NJB 2019/2274:Verontschuldigbare overschrijding termijn voor het instellen van het hoger beroep art. 408 Sv en het recht op vertaling van de mededeling als bedoeld in art. 366 lid 1 en lid 3 Sv: overschrijding van de termijn voor hoger beroep – welke termijn van openbare orde is – door de verdachte betekent in de regel dat deze niet in dat hoger beroep kan worden ontvangen. In casu betreft het een verdachte die de Nederlandse taal niet of onvoldoende beheerst en is aan deze in strijd met art. 366 lid 4 Sv geen schriftelijke vertaling van voormelde mededeling in een voor de verdachte begrijpelijke taal verstrekt. Aldus is het ’s hofs oordeel dat de overschrijding van de beroepstermijn niet verontschuldigbaar is, niet zonder meer begrijpelijk. De enkele door het hof in aanmerking genomen omstandigheid dat de verdachte contact had met een raadsman die zijn belangen in een vreemdelingenzaak behartigde, maakt dat niet anders