NJ 2016/190
Caribische zaak. Borgtocht; bijzondere zorgplicht banken jegens particuliere borg; strekking. Dwaling; art. 6:228 lid 2 Arubaans BW; verkeerde voorstelling van zaken borg omtrent kans te worden aangesproken dwaling inzake toekomstige gebeurtenis?; maatstaf.
HR 01-04-2016, ECLI:NL:HR:2016:543
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 april 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/02337
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154033:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:543, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑04‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2353, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑11‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑05‑2015
- Wetingang
Art. 6:228 lid 2, 7:857 Arubaans BW
Essentie
Caribische zaak. Borgtocht; bijzondere zorgplicht banken jegens particuliere borg; strekking. Dwaling; art. 6:228 lid 2 Arubaans BW; verkeerde voorstelling van zaken borg omtrent kans te worden aangesproken dwaling inzake toekomstige gebeurtenis?; maatstaf.
Een professionele kredietverlener heeft — ook naar het recht van het land Aruba en (tot 10 oktober 2010) van de toenmalige Nederlandse Antillen — een bijzondere zorgplicht jegens een particuliere borg, die ertoe strekt te verzekeren dat laatstgenoemde zich bewust is van de risico's die hij aangaat door zich borg te stellen voor de schuld van een derde. De invulling van deze zorgplicht hangt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.