Rb. Amsterdam, 15-12-2015, nr. 4237879 CV EXPL 15-15907
ECLI:NL:RBAMS:2015:9966
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
15-12-2015
- Zaaknummer
4237879 CV EXPL 15-15907
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBAMS:2015:9966, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam (Kamer voor kantonzaken), 15‑12‑2015
Uitspraak 15‑12‑2015
Inhoudsindicatie
Zonder betaling uit parkeergarage rijden, zg. “treintje rijden”. Vordering schadevergoeding op grond van boetebedingen in de algemene voorwaarden. Toetsing boetebedingen aan Richtlijn 93/13/EEG. Eindvonnis na tussenvonnis ECLI:NL:RBAMS:2015:9254
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 4237879 CV EXPL 15-15907
vonnis van: 15 december 2015
fno.: 23654
vonnis van de kantonrechter
I n z a k e
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Q-Park Beheer B.V.
gevestigd te Maastricht
eiseres
nader te noemen: Q-Park
gemachtigde: M.M.J. Haenen
t e g e n
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
nader te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. C.A. Madern
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
dagvaarding van 4 juni 2015 met producties;
conclusie van antwoord;
instructievonnis;
conclusie van repliek met producties;
conclusie van dupliek;
dagbepaling vonnis.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
1. In dit geding staat het volgende vast:
1.1.
Sinds 12 augustus 2013 staat op naam van [gedaagde] een auto in het kentekenregister geregistreerd merk Citroën, type C3, kleur zwart, kenteken [kenteken] .
1.2.
Q-Park is exploitant van de parkeergarage De Bijenkorf, gelegen te Amsterdam aan het adres Beursplein 15.
1.3.
Artikel 6.3 van de algemene voorwaarden van Q-Park luidt:
“6.3 Het zogenaamde “treintje rijden” d.w.z. met twee voertuigen snel achter elkaar onder de slagboom door de parkeerfaciliteit verlaten met betaling van slechts eenmaal parkeergeld, is ten strengste verboden. De parkeerder is alsdan een direct opeisbare boete verschuldigd van €1.000,- , onverminderd het recht van Q-Park om de werkelijke schade te vorderen.”.
1.4.
Artikel 6.5 van de algemene voorwaarden van Q-Park luidt:
“6.5 Bij verlies of ontbreken van het parkeerbewijs, is de parkeerder voor elke dag of gedeelte daarvan dat hij gebruik heeft gemaakt van de parkeerfaciliteit, 3 maal het dagtarief verschuldigd. Voor de bepaling van de hoeveelheid dagen dat gebruik is gemaakt van de parkeerfaciliteit is het oordeel van Q-Park leidend.”.
1.5.
Verwijzing naar de algemene voorwaarden van Q-Park staat op het informatiebord bij de inrijterminals van de parkeergarage. Dit bord staat na de ticketautomaat, voor de slagboom.
1.6.
Op het informatiebord bij de inrijterminal wordt verwezen naar de algemene voorwaarden met de tekst “Toegang en gebruik van Q-Park services uitsluitend onder toepassing van de Algemene Voorwaarden, op te vragen via www.q-park.nl of Q Park Customer Desk 0900-44 66 880 (€ 0,45 per gesprek).”.
Vordering
2. Q-Park vordert dat [gedaagde] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:a. € 415,- aan hoofdsom;b. € 40,- aan buitengerechtelijke incassokosten;c. rente over € 415,- vanaf 4 juni 2015;d. de proceskosten.
3. Q-Park stelt hiertoe, samengevat en zakelijk weergegeven, dat tussen haar en [gedaagde] een overeenkomst is gesloten en dat [gedaagde] zonder betaling gebruik heeft gemaakt van de parkeergarage door toepassing van de uitrijdmethode “treintje rijden”. Q-Park overlegt een CD, waarop te zien is dat de auto de parkeergarage wordt verlaten tegelijk met een andere ervoor rijdende auto. Op basis daarvan vordert Q-Park betaling van het dagtarief ad € 50,-, vermeerderd met een boete van € 365,-. Als grondslag voor de boete verwijst Q-Park naar haar algemene voorwaarden. Q-Park heeft aangevoerd dat deze wijze van verlaten van de parkeergarage een groot maatschappelijk probleem is. Het leidt niet alleen tot inkomstenderving, maar het levert gevaarzetting op voor andere verkeersdeelnemers en het stuurt de parkeersystemen in de war. Q-Park heeft betoogd dat zij in verband met voornoemde omstandigheden groot belang heeft bij het tegengaan van deze vorm van parkeerfraude. Ter bestrijding van dit probleem heeft eisers in artikel 6.3 van de algemene voorwaarden bestrijdingswijze opgenomen om het ongeoorloofd gebruik van de parkeergarage tegen te gaan. De door haar ingeroepen algemene voorwaarde heeft niet als strekking de vergoeding van schade. Het beding beoogt primair het ‘treintje rijden’ te voorkomen. Voor een voldoende preventieve werking is het dan vereist dat het verschuldigde bedrag hoog genoeg is. Bovendien kan zij niet meer kan nagaan hoe lang [gedaagde] van de parkeergarage heeft gebruik gemaakt, zodat het dagtarief aan parkeergeld vordert.
4. [gedaagde] heeft aangevoerd, samengevat en zakelijk weergegeven, dat zij niet de bestuurder van de auto is geweest. [gedaagde] erkent dat haar auto op de CD voorkomt en dat deze is uitgereden door het zogenaamde “treintje rijden”. Daarnaast heeft zij aangevoerd niet met de algemene voorwaarden van Q-Park akkoord te zijn gegaan, daar deze niet ter hand zijn gesteld. De algemene voorwaarden zijn [gedaagde] pas bij dagvaarding bekend geworden. De advocaatkosten voor het opvragen van het kenteken zijn overbodig en staan niet in verhouding tot de verrichte werkzaamheden.
Beoordeling
5. Door de erkenning van [gedaagde] wordt als vaststaand aangenomen dat de auto ten tijde van het onbetaald uitrijden in de garage aanwezig was.
6. [gedaagde] heeft niet betwist dat bij het inrijden van een parkeergarage een overeenkomst tot stand komt. [gedaagde] betwist echter dat zij als kentekenhouder de contractuele wederpartij van Q-Park is.
7. Er is naar het oordeel van de kantonrechter geen wettelijke basis om de kentekenhouder zonder meer als de contractspartij van Q-Park aan te merken. Uit een registratie als kentekenhouder kan wel het vermoeden worden afgeleid dat de eigenaar ook de bestuurder van de auto is. Het ligt dan op de weg van [gedaagde] om dat vermoeden te weerleggen.
8. De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] hierin niet is geslaagd, en overweegt daartoe het volgende. In het licht van de registratie als kentekenhouder en de door Q-Park overgelegde CD heeft [gedaagde] onvoldoende betwist dat zij niet de bestuurder is geweest. Zij heeft wel een naam gegeven van degene die volgens haar de auto heeft bestuurd, maar heeft dit niet verder onderbouwd.
9. Met betrekking tot de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden geldt het volgende. Ten eerste oordeelt de kantonrechter dat hetgeen te zien is op de door Q-Park overgelegde CD voldoet aan de beschrijving zoals Q-Park deze in haar algemene voorwaarden hanteert.
10. Artikel 6:233 onder b BW bepaalt dat de algemene voorwaarden van Q-Park slechts van toepassing zijn wanneer Q-Park [gedaagde] een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de inhoud van deze algemene voorwaarden kennis te nemen. Het door Q-Park tegen betaling ter beschikking stellen van parkeergelegenheid voldoet aan de definitie van een dienst ex artikel 6:230a BW. Op het informatiebord bij de inrijterminal heeft Q-Park het adres medegedeeld waar de algemene voorwaarden kunnen worden opgevraagd; het gaat om een internetadres en het telefoonnummer van de Q-Park Customer Desk. De kantonrechter oordeelt dat Q-Park daarmee aan de wettelijke eis van terbeschikkingstelling van de algemene voorwaarden heeft voldaan zoals deze geldt voor dienstverrichters. Mitsdien zijn de algemene voorwaarden van toepassing op de overeenkomst tussen Q-Park en [gedaagde] .
11. Het staat vast dat [gedaagde] alvorens de parkeergarage te verlaten niet heeft voldaan aan haar verplichting om het parkeergeld te voldoen en heeft treintje gereden zoals geformuleerd in de algemene voorwaarden.
12. Q-Park vordert betaling van € 50,-, het dagtarief van de betreffende parkeergarage en € 365,- aan boete. Q-Park baseert haar vorderingen op artikel 6.3 en 6.5 van de algemene voorwaarden. Deze bedingen zijn opgesteld om in een aantal overeenkomsten te worden opgenomen. [gedaagde] is consument, althans wordt vermoed consument te zijn. De kantonrechter dient daarom op grond van rechtspraak van het Hof van Justitie (4 juni 2009, C 243/08, punt 32) en de Hoge Raad (13 september 2013 ECLI:NL:HR:2013:691, r.o. 3.5.3) ambtshalve te beoordelen of de bedingen onredelijk bezwarend zijn in de zin van Richtlijn 93/13/EEG (hierna: de richtlijn). De bedingen waarop Q-Park zich beroept zijn op grond van artikel 6:233 BW en de bijlage bij de Richtlijn 93/13 EEG van de Raad betreffende oneerlijke bedingen in consumenten-overeenkomsten (de z.g. Blauwe lijst) als onredelijk bezwarend aan te merken.
13. Q-Park heeft met betrekking tot het gevorderde dagtarief aangevoerd dat zij door het treintje rijden door [gedaagde] niet meer kan nagaan hoe lang [gedaagde] van de parkeergarage gebruik heeft gemaakt.
14. Met betrekking tot de gevorderde boete wegens treintje rijden voert Q-Park onder meer aan dat het treintje rijden leidt tot inkomstenderving, gevaarzetting oplevert voor andere verkeersdeelnemers, en het stuurt de parkeersystemen in de war. Daarom heeft Q-Park belang bij het tegengaan van deze vorm van parkeerfraude. Het beding beoogt primair het ‘treintje rijden’ te voorkomen. Voor een voldoende preventieve werking is het dan vereist dat het verschuldigde bedrag hoog genoeg is.
15. De kantonrechter is van oordeel dat de bedingen, gelet op hetgeen door Q-Park is aangevoerd en het feit dat het algemeen bekend is dat uitrijden uit een parkeergarage die in bedrijf is, zonder te betalen, verboden is, niet onredelijk bezwarend zijn.De vorderingen van Q-Park tot betaling van het dagtarief aan parkeergeld van € 50,-,en de boete van € 365,- zijn daarom toewijsbaar.
16. Gelet op het betalingsverzuim van [gedaagde] is de wettelijke rente eveneens toewijsbaar.
17. Gelet op het in de dagvaarding overgelegde overzicht als bedoeld in artikel 6:96 BW wordt een bedrag aan buitengerechtelijke kosten toegewezen als na te melden.
18. [gedaagde] wordt als de in het ongelijk gestelde partij met de proceskosten belast.
BESLISSING
De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Q-Park van:
- € 415,- aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 juli 2015 tot aan de voldoening;
- € 40,- aan buitengerechtelijke incassokosten;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Q-Park, tot op deze uitspraak worden de kosten bepaald op de navolgende bedragen:
-griffierecht: € 116,-
-kosten dagvaarding: € 87,42
-salaris gemachtigde: € 120,-
------------
Totaal: € 323,42
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 15,- aan nasalaris, te verhogen met een bedrag van € 68,- onder de voorwaarde dat betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden en [gedaagde] niet binnen 14 dagen na aanschrijving vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan, een en ander voor zover van toepassing, inclusief btw;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
Aldus gewezen door mr. M.D. Ruizeveld, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 december 2015 in tegenwoordigheid van de griffier.