NJ 1953/406
Gezag van gewijsde? Verord. 154/41 betr. Joods grondbezit; molestverzekering door beheerder gesloten.
HR 30-05-1952, ECLI:NL:HR:1952:294
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 mei 1952
- Magistraten
Mrs Donner, van der Meulen, Hijink, Losecaat Vermeer en Smits
- Zaaknummer
[30051952/NJ_1953-406]
- Conclusie
Mr. Berger
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS167010:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1952:294, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑05‑1952
- Wetingang
(BW art. 1954; Verordening betreffende het Joods grondbezit 1941.)
Essentie
Gezag van gewijsde? Verord. 154/41 betr. Joods grondbezit; molestverzekering door beheerder gesloten.
Samenvatting
Nu in het onderhavige geding eiseres dezelfde rechtsverhouding deed steunen op een anderen feitelijken grondslag dan in het vorige geding, heeft de Rb. terecht het beroep op gezag van gewijsde afgewezen.
Bij de Verordening 154/41 is een uitgebreide bevoegdheid van beheer verleend; de Rb. kon, ook zonder dat een uitdrukkelijk voorschrift den beheerder daartoe de bevoegdheid verleende, oordelen, dat de optredende beheerder, die m.b.t. de beheerde onr. goederen de verzekering sloot, den (Joodsen) eigenaar bond, (Anders Proc.-Gen. Berger).
Aan de bekende sociaal-politieke strekking der ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.