Einde inhoudsopgave
Regeling voertuigen
Artikel 5.4.11 [Geluid en milieu]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
01-12-2014, Stcrt. 2014, 34219 (uitgifte: 03-12-2014, regelingnummer: IENM/BSK-2014/222239)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-12-2014, Stcrt. 2014, 34219 (uitgifte: 03-12-2014, regelingnummer: IENM/BSK-2014/222239)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Eisen | Wijze van Keuren | |
---|---|---|
1. | Motorfietsen moeten zijn voorzien van een uitlaatsysteem dat over de gehele lengte gasdicht is, met uitzondering van de afwateringsgaatjes. | Visuele en auditieve controle bij draaiende motor. |
2. | Het uitlaatsysteem moet deugdelijk zijn bevestigd. | Visuele controle. |
3. | Motorfietsen mogen in de nabijheid van de uitmonding van het uitlaatsysteem geen hoger geluidsniveau produceren dan de waarde die voor het voertuig is vermeld in het kentekenregister, vermeerderd met 2 dB(A). Hierbij is het bepaalde in bijlage VIII, artikelen 33, 34 en 35, van toepassing. | - |
4. | Motorfietsen waarvoor geen waarde als bedoeld in het derde lid is vermeld, mogen in de nabijheid van de uitmonding van het uitlaatsysteem geen te hoog geluidsniveau produceren. Hierbij is het bepaalde in bijlage VIII, artikelen 33, 34 en 35, van toepassing. | - |