Rechtbank Arnhem 27 april 1939, NJ 1940/570 en Rechtbank Rotterdam 11 april 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:3425
Rb. Rotterdam, 24-01-2022, nr. 9256421 VC VERZ 21-411
ECLI:NL:RBROT:2022:1475
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
24-01-2022
- Zaaknummer
9256421 VC VERZ 21-411
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBROT:2022:1475, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 24‑01‑2022; (Beschikking)
- Vindplaatsen
ERF-Updates.nl 2022-0061
Jurisprudentie Erfrecht 2022/66 met annotatie van Jong, E.A. de
JERF 2022/66 met annotatie van Jong, E.A. de
JERF Actueel 2022/72
Notamail 2022/51
Uitspraak 24‑01‑2022
Inhoudsindicatie
Executeur mag aan het doen van rekening en verantwoording niet de voorwaarde verbinden dat hem décharge wordt verleend. Kantonrechter is overigens van oordeel dat executeur/afwikkelingsbewindvoerder zich naar behoren van haar taak heeft gekweten.
Partij(en)
RECHTBANK ROTTERDAM
Team kanton
zaaknummer: 9256421\ VC VERZ 21-411
beschikking van 24 januari 2022 van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,
inzake het verzoek van:
mr. M.K. Kroek ,
kantoorhoudende te Steenwijk ,
in de hoedanigheid van executeur/afwikkelingsbewindvoerder van de nalatenschap van [naam erflater] ,
verzoekster.
Belanghebbende:
[naam jongmeerderjarige] ,
wonende te [woonplaats jongmeerderjarige] .
1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het volgende:
- -
het verzoekschrift, ontvangen ter griffie op 3 juni 2021;
- -
de aantekening dat een mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 13 juli 2021;
- -
het e-mailbericht d.d. 16 juli 2021 van mr. Kroek;
- -
het e-mailbericht d.d. 20 juli 2021 van de griffier aan de heer [persoon B] van Navilex;
- -
het e-mailbericht d.d. 20 juli 2021 van de heer [persoon B] van Navilex;
- -
het e-mailbericht d.d. 27 juli 2021 van de griffier aan mr. Kroek;
- -
het e-mailbericht d.d. 27 juli 2021 van mr. Kroek;
- -
het e-mailbericht d.d. 1 oktober 2021 van de griffier aan mr. Kroek;
- -
de brief d.d. 8 november 2021 van mr. Kroek;
- -
de brief d.d. 25 november 2021 van de griffier aan mevrouw [persoon A] ;
- -
de overgelegde producties.
2. De feiten
2.1.
Op 27 april 2020 is te Steenwijkerland overleden de heer [naam erflater] , geboren te [geboorteplaats erflater] op [geboortedatum erflater] , laatstelijk wonende te [postcode] [woonplaats 2] , [adres] (hierna: erflater).
2.2.
Erflater was ten tijde van zijn overlijden gehuwd met mevrouw [partner erflater] . Bij uiterste wilsbeschikking van 13 juni 2000 heeft erflater zijn echtgenote tot zijn enig erfgename benoemd en – voor het geval de erfstelling van zijn echtgenote geen effect sorteert – zijn kleinkinderen, gezamenlijk en voor gelijke delen tot zijn enige erfgenamen benoemd. De kleinkinderen van erflater zijn:
1. [naam jongmeerderjarige], geboren te [geboorteplaats jongmeerderjarige 1] op [geboortedatum jongmeerderjarige] 2004, wonende te [woonplaats jongmeerderjarige] ;
2. [naam minderjarige 1], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum minderjarige 1] 2008, wonende te [woonplaats 1] ;
3. [naam minderjarige 2], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum minderjarige 2] 2009, wonende te [woonplaats 1] ;
4. [naam minderjarige 3], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum minderjarige 3] 2016, wonende te [woonplaats 1] ;
5. [naam minderjarige 4], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum minderjarige 4] 2017, wonende te [woonplaats 1] .
2.3.
Uit de verklaring van erfrecht d.d. 3 december 2020 blijkt dat mevrouw [partner erflater] op 9 juni 2020 bij de griffie van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, heeft verklaard dat zij de nalatenschap verwerpt en dat op diezelfde datum namens de minderjarige erfgenamen is verklaard dat zij de nalatenschap aanvaarden onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
2.4.
Blijkens voornoemde wilsbeschikking van 13 juni 2000 is notaris mr. M.K. Kroek benoemd tot executeur en afwikkelingsbewindvoerder van de nalatenschap van erflater.
2.5.
Bij brief van 2 juni 2021 heeft mr. Kroek een ontwerpakte van verdeling en een rekening en verantwoording ingediend.
2.6.
Bij brief van 8 november 2021 heeft mr. Kroek een gewijzigd ontwerp van de akte van verdeling en de rekening en verantwoording ingediend.
2.7.
Bij brief van 27 november 2021 heeft de griffier aan mevrouw [persoon A] , de wettelijk vertegenwoordigster van [naam jongmeerderjarige] , medegedeeld dat de kantonrechter voornemens is de ontvangen rekening en verantwoording goed te keuren en de verdeling te gelasten op de wijze zoals door mr. Kroek in de ontwerpakte van verdeling is voorgesteld.
Van de haar geboden gelegenheid om eventuele opmerkingen te maken heeft mevrouw [persoon A] geen gebruik gemaakt.
3. Het verzoek en de beoordeling
3.1.
In de bij het verzoekschrift van 2 juni 2021 ingediende ontwerpakte van verdeling is de tot de nalatenschap behorende Breedendamsloep aan de minderjarige erfgenamen [naam minderjarige 1] en [naam minderjarige 2] toegedeeld tegen inbreng van een totaalbedrag van € 5.000,-. Uit navraag bij de heer [persoon B] van Navilex, een deskundige op het gebied van nieuwe en gebruikte boten, is het de kantonrechter gebleken dat een dergelijke sloep in de vrije verkoop een bedrag van tussen de € 17.500,- en € 19.000,- zou kunnen opbrengen.
Na overleg door mr. Kroek met de wettelijke vertegenwoordigers van alle minderjarige erfgenamen is daarop besloten de sloep onverdeeld te laten.
3.2.
Bij brief van 8 november 2021 heeft mr. Kroek een gewijzigd ontwerp van de akte van verdeling en de rekening en verantwoording ingediend.
Zoals reeds bij brief van 27 november 2021 aan de wettelijk vertegenwoordigster van [naam jongmeerderjarige] is medegedeeld, zal de kantonrechter de rekening en verantwoording goedkeuren en de verdeling gelasten op de wijze zoals door mr. Kroek in de (gewijzigde) akte van verdeling is voorgesteld.
3.3.
Mr. Kroek heeft in haar hoedanigheid van executeur en afwikkelingsbewindvoerder naast goedkeuring van de rekening en verantwoording, décharge voor haar taken, en zo nodig machtiging als bedoeld in artikel 1:345 lid 1 sub a BW en goedkeuring als bedoeld in artikel 3:182 lid 2 BW (ktr: bedoeld zal zijn artikel 3:183 lid 2 BW) verzocht.
3.4.
De kantonrechter stelt voorop dat een executeur aan het doen van rekening en verantwoording niet de voorwaarde mag verbinden dat hem décharge wordt verleend en een vrijwillige décharge door erfgenamen niet iets is waarop men zonder meer recht heeft.1.
Een goedkeuring van de rekening en verantwoording door de kantonrechter neemt ingevolge artikel 4:161 lid 2 BW namelijk niet weg dat de rechthebbende nogmaals rekening en verantwoording mag verzoeken.
Ten aanzien van de verzochte machtiging als bedoeld in artikel 1:345 lid 1 sub a BW en de goedkeuring als bedoeld in artikel 3:183 lid 2 BW, overweegt de kantonrechter dat die verzoeken door de wettelijke vertegenwoordiger dienen te worden gedaan en niet door de executeur/ afwikkelingsbewindvoerder.2.
Overigens, gelet op de overgelegde rekening en verantwoording en de verstrekte toelichting tijdens de mondelinge behandeling, is de kantonrechter van oordeel dat mr. Kroek zich naar behoren heeft gekweten van haar taak om informatie te verstrekken en rekening en verantwoording af te leggen over het door haar gevoerde beheer.
4. Beslissing
4.1.
keurt de door mr. Kroek bij brief van 8 november 2021 ingediende rekening en verantwoording goed;
4.2.
gelast verdeling van de nalatenschap op de wijze zoals door mr. Kroek in de gewijzigde akte van verdeling (ingediend bij brief van 8 november 2021) is voorgesteld;
4.3.
wijst af hetgeen anders of meer is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.A.F.M. Wouters, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
452
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 24‑01‑2022
Zie ook prof. mr. drs. J.W.A. Biemans in zijn noot in JERF 2021/76 bij ECLI:NL:RBROT:2021:1469