NJ 2018/93
Executie-uitlevering aan Servië: geen voltooide schending art. 3 of 6 EVRM. Oordeel over mogelijk dreigende schending is aan de minister.
HR 12-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2323, m.nt. N. Rozemond
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 september 2017
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers
- Zaaknummer
17/01183 U
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Noot
N. Rozemond
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110948:1
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Overdracht en overname strafvervolging
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2323, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑09‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:913, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑07‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑06‑2017
- Wetingang
Essentie
Executie-uitlevering aan Servië: geen voltooide schending art. 3 of 6 EVRM. Oordeel over mogelijk dreigende schending is aan de minister.
De rechtbank kon oordelen dat hetgeen door en namens de opgeëiste persoon is aangevoerd, niet toereikend was voor de slotsom dat sprake is van een voltooide schending van de fundamentele rechten conform art. 3 EVRM noch van een voltooide flagrante schending van art. 6 EVRM, in aanmerking genomen dat de verweren niet zijn gestaafd met bescheiden die de opgeëiste persoon zelf betreffen. Overigens zal ingeval van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.