Wetboek van Militair Strafrecht
Einde inhoudsopgave
Wetboek van Militair Strafrecht:Artikel 161
Wetboek van Militair Strafrecht
Artikel 161
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 01-01-1991
- Redactionele toelichting
Voorheen art. 160.
- Bronpublicatie:
14-06-1990, Stb. 1990, 368 (uitgifte: 01-01-1990, kamerstukken: 16813 )
- Inwerkingtreding
01-01-1991
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-1990, Stb. 1990, 583 (uitgifte: 01-01-1990, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Militair strafrecht en strafprocesrecht
De militair, die in tijd van oorlog opzettelijk en wederrechtelijk enige oorlogsbehoefte vernielt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt, of die zich opzettelijk en eigendunkelijk ontdoet van enig hem van rijkswege verstrekt wapen, munitie, krijgstoerusting of voedingsmiddel, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste tien jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.