NJ 2013/391
Werking schriftelijke verklaring; wanneer heeft schriftelijke verklaring de geadresseerde bereikt?; art. 3:37 lid 3 BW; maatstaf; stelplicht en bewijslast.
HR 14-06-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ4104, m.nt. T.F.E. Tjong Tjin Tai (Centavos/Stichting Nieuwenhuis)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 juni 2013
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, M.A. Loth, C.E. Drion, G. de Groot
- Zaaknummer
12/00855
- Conclusie
A-G mr. J. Wuisman
- Noot
T.F.E. Tjong Tjin Tai
- LJN
BZ4104
- Roepnaam
Centavos/Stichting Nieuwenhuis
- JCDI
JCDI:ADS161705:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2013:BZ4104, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑06‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BZ4104, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑06‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑02‑2012
- Wetingang
Art. 3:37 BW
Essentie
Werking schriftelijke verklaring; wanneer heeft schriftelijke verklaring de geadresseerde bereikt?; art. 3:37 lid 3 BW; maatstaf; stelplicht en bewijslast.
Art. 3:37 lid 3 BW houdt in dat een tot een bepaalde persoon gerichte verklaring, om haar werking te hebben, die persoon moet hebben bereikt. Met betrekking tot een schriftelijke verklaring geldt als uitgangspunt dat deze de geadresseerde heeft bereikt als zij door hem is ontvangen. Het antwoord op de vraag wanneer kan worden gezegd dat een verklaring door de geadresseerde is ontvangen, wordt noch in de wettekst noch in de daarbij behorende toelichting gegeven. Indien ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.