RAV 2020/74
Aansprakelijkheid stichting derdengelden. In hoeverre rust op een stichting derdengelden de verplichting actief te onderzoeken of op haar bankrekening binnenkomende bedragen kunnen worden aangemerkt als derdengelden?
HR 19-06-2020, ECLI:NL:HR:2020:1078
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 juni 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
18/05570
- Conclusie
A-G mr. B.F. Assink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS233534:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Juridische beroepen / Advocaat
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1078, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑06‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:136, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 07‑02‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑03‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑02‑2019
- Wetingang
Art. 6:162 BW
Essentie
Aansprakelijkheid stichting derdengelden. Omvang onderzoeksplicht. Verhaal op saldo derdengeldrekening.
In hoeverre rust op een stichting derdengelden de verplichting actief te onderzoeken of op haar bankrekening binnenkomende bedragen kunnen worden aangemerkt als derdengelden? Kan een vordering tot schadevergoeding jegens een stichting derdengelden verhaald worden op het saldo van de derdengeldrekening?
Samenvatting
In deze zaak spreekt de bank zowel de advocaat als de stichting derdengelden aan, omdat zij vindt dat de advocaat en - in het verlengde daarvan - de stichting derdengelden haar verhaalsrechten hebben gefrustreerd. De advocaat heeft namelijk (als stille bewindvoerder van de moedervennootschap) geadviseerd om een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.