Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 603/2013 betreffende de instelling van ‘Eurodac’ voor de vergelijking van vingerafdrukken t.b.v. een doeltreffende toepassing van Verordening (EU) nr. 604/2013 en betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijkingen van Eurodac-gegevens t.b.v. rechtshandhaving
Artikel 14 Verzamelen en toezenden van vingerafdrukgegevens
Geldend
Geldend van 19-07-2013 tot 12-06-2026
- Bronpublicatie:
26-06-2013, PbEU 2013, L 180 (uitgifte: 29-06-2013, regelingnummer: 603/2013)
- Inwerkingtreding
19-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-06-2013, PbEU 2013, L 180 (uitgifte: 29-06-2013, regelingnummer: 603/2013)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Privacy / Algemeen
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
Elke lidstaat neemt onverwijld de vingerafdrukken van alle vingers van elke onderdaan van een derde land of staatloze van veertien jaar of ouder die, komende uit een derde land, door de bevoegde controleautoriteiten van een lidstaat is aangehouden in verband met het illegaal over land, over zee of door de lucht overschrijden van de grens van die lidstaat, en die niet is teruggezonden of die fysiek op het grondgebied van de lidstaten blijft en niet in afzondering of bewaring wordt gehouden gedurende de gehele periode tussen de aanhouding en de verwijdering op grond van de beslissing hem terug te zenden.
2.
De betrokken lidstaat zendt de volgende gegevens over elke in lid 1 bedoelde onderdaan van een derde land of staatloze die niet is teruggezonden, zo spoedig mogelijk en uiterlijk 72 uur na de datum van aanhouding toe aan het centraal systeem:
- a)
vingerafdrukgegevens;
- b)
lidstaat van oorsprong, plaats en datum van de aanhouding;
- c)
geslacht;
- d)
referentienummer dat door de lidstaat van oorsprong wordt gebruikt;
- e)
datum waarop de vingerafdrukken zijn genomen;
- f)
datum waarop de gegevens aan het centraal systeem zijn toegezonden;
- g)
gebruikersidentificatie van de operator.
3.
De toezending van de in lid 2 bedoelde gegevens betreffende personen die zijn aangehouden zoals beschreven in lid 1 en die fysiek op het grondgebied van de lidstaten blijven maar die na hun aanhouding in afzondering of bewaring worden gehouden voor een periode van meer dan 72 uur, vindt, in afwijking van lid 2, plaats vóór hun vrijlating uit afzondering of bewaring.
4.
Niet-inachtneming van de in lid 2 van dit artikel bedoelde termijn van 72 uur ontslaat de lidstaten niet van hun verplichting de vingerafdrukken te nemen en toe te zenden aan het centraal systeem. Wanneer het als gevolg van de toestand van de vingertoppen niet mogelijk is vingerafdrukken te nemen van een voldoende kwaliteit om een passende vergelijking in de zin van artikel 25 mogelijk te maken, neemt de lidstaat van oorsprong opnieuw vingerafdrukken van de personen die zijn aangehouden zoals beschreven in lid 1 van dit artikel en zendt hij deze zo spoedig mogelijk en uiterlijk 48 uur nadat zij met succes zijn genomen opnieuw toe.
5.
Wanneer het als gevolg van maatregelen ter bescherming van de gezondheid van de aangehouden persoon of van de volksgezondheid niet mogelijk is zijn vingerafdrukken te nemen, neemt de betrokken lidstaat, in afwijking van lid 1, deze vingerafdrukken en zendt hij deze toe, zulks zo spoedig mogelijk en uiterlijk 48 uur nadat die gezondheidsredenen zijn weggevallen.
In geval van ernstige technische problemen mogen de lidstaten de in lid 2 vermelde termijn van 72 uur met maximaal 48 uur verlengen om hun nationale continuïteitsplannen uit te voeren.