Einde inhoudsopgave
Wet lokaal spoor
Artikel 20
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2015
- Bronpublicatie:
10-12-2014, Stb. 2014, 581 (uitgifte: 31-12-2014, kamerstukken: 33976)
10-07-2013, Stb. 2013, 528 (uitgifte: 13-12-2013, kamerstukken: 33324)
- Inwerkingtreding
01-12-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-07-2013, Stb. 2013, 528 (uitgifte: 13-12-2013, kamerstukken: 33324)
10-07-2013, Stb. 2013, 528 (uitgifte: 13-12-2013, kamerstukken: 33324)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met hoofdstuk 2 t/m 10 van deze wet (10-07-2013, Stb. 528).
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Decentralisatie
Vervoersrecht / Railvervoer
1.
De lokale spoorweginfrastructuur waarover vervoer wordt verricht wordt door de beheerder zodanig beheerd dat de lokale spoorweginfrastructuur blijft voldoen aan de artikelen 5 en 6.
2.
Van ernstige incidenten doet de beheerder onmiddellijk melding aan de toezichthouder.
3.
De beheerder stemt het beheer van de lokale spoorweg af met:
- a.
de beheerder van een daaraan grenzende lokale spoorweg;
- b.
de beheerder van een daaraan grenzende hoofdspoorweg of bijzondere spoorweg als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Spoorwegwet; of
- c.
de wegbeheerder van een daaraan grenzende weg.
4.
Gedeputeerde staten onderscheidenlijk het dagelijks bestuur kunnen de beheerder bindende aanwijzingen geven met betrekking tot het beheer.