Hof Amsterdam, 17-02-2015, nr. 200.160.431-01 NOT
ECLI:NL:GHAMS:2015:413
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
17-02-2015
- Zaaknummer
200.160.431-01 NOT
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHAMS:2015:413, Uitspraak, Hof Amsterdam, 17‑02‑2015; (Hoger beroep)
- Wetingang
Uitspraak 17‑02‑2015
Inhoudsindicatie
Waarneming van een protocol met de overige notariële bescheiden. Bij beslissing van 24 november 2014 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de kamer een benoeming tot waarnemer niet (verder) verlengd en bij beslissing van 28 november 2014 heeft de voorzitter van de kamer (onder meer) andere waarnemer(s) benoemd. Het hof vernietigt de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de kamer van 24 november 2014. Het hof bevestigt de beslissing van de voorzitter van de kamer van 28 november 2014, met uitzondering van bepaalde onderdelen, en vernietigt de beslissing op die onderdelen.
Partij(en)
beslissing
___________________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.160.431/01 NOT
beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 17 februari 2015
inzake
[mr. X],
kandidaat-notaris te [plaatsnaam],
appellant,
gemachtigde: mr. G.L. Maaldrink, advocaat te Den Haag.
1. Het geding in hoger beroep
1.1.
Appellant (hierna: [mr. X]) heeft op 1 december 2014 een beroepschrift bij het hof ingediend tegen de aan deze beslissing gehechte beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag (hierna: de kamer) van 24 november 2014 en de aan deze beslissing gehechte beslissing van de voorzitter van de kamer van 28 november 2014.
1.2.
Bij brief van 19 december 2014 heeft [mr. X] de gronden van het beroep aangevuld. Bij brieven van 23 december 2014, 31 december 2014 en 9 januari 2015 heeft [mr. X] nadere stukken bij het hof ingediend.
1.3.
De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 15 januari 2015.[mr. X] en zijn gemachtigde zijn verschenen, vergezeld van [naam] van [bedrijfsnaam]. Allen hebben het woord gevoerd, de gemachtigde mede aan de hand van een aan het hof overgelegde pleitnota. Tevens zijn verschenen [kandidaat-notaris Y] en zijn gemachtigde, mr. P. van der Mersch.
2. De stukken van het geding
Het hof heeft kennis genomen van de inhoud van de door de kamer aan het hof toegezonden stukken van de eerste instantie en de hiervoor vermelde stukken.
3. De feiten
3.1.
Het hof verwijst voor de feiten naar hetgeen daarover in de bestreden beslissingen is vastgesteld. Tegen de vaststelling van deze feiten is geen bezwaar gemaakt, zodat ook het hof van die feiten uitgaat.
3.2.
Kort gezegd gaat het in deze zaak om het volgende.
3.2.1.
Bij Koninklijk Besluit van 30 januari 2013, nr. 13.000152, is aan[notaris] (hierna: [notaris]) met ingang van 1 februari 2013 op zijn verzoek ontslag verleend uit zijn ambt van notaris gevestigd in de gemeente [plaatsnaam]. Sindsdien is het protocol van [notaris] vacant.
3.2.2.
[notaris] voerde zijn notarispraktijk door tussenkomst van een rechtspersoon ([B.V.]), handelend onder de naam [B.V.], waarvan hij enig aandeelhouder was. In januari 2013 heeft [notaris] alle aandelen in [B.V.] verkocht en geleverd aan [mr. X], werkzaam als kandidaat-notaris op dit notariskantoor. Alle (op dit moment 29) op het notariskantoor werkzame personen zijn in dienst van de rechtspersoon.
3.2.3.
Bij beslissing van 11 februari 2013 heeft de voorzitter van de kamer [mr. X] benoemd tot waarnemer van het protocol met de overige notariële bescheiden van [notaris] met ingang van 1 februari 2013 tot 1 februari 2014, dus voor de duur van ten hoogste één jaar.
3.2.4.
Bij beslissing van 30 januari 2014 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de kamer de benoeming van [mr. X] tot waarnemer verlengd tot 1 augustus 2014, onder dezelfde voorwaarden als bepaald bij de beslissing van 11 februari 2013. De kamer heeft blijkens die beslissing bij vergadering van 29 januari 2014 ingestemd met het voornemen van haar plaatsvervangend voorzitter de waarneming te verlengen en daarmee ontheffing verleend als bedoeld in artikel 29 lid 4 Wet op het notarisambt (Wna).
3.2.5.
Bij beslissing van 31 juli 2014 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de kamer de benoeming van [mr. X] tot waarnemer verlengd tot 1 december 2014, onder dezelfde voorwaarden als bepaald bij de beslissing van 11 februari 2013. De kamer heeft blijkens die beslissing bij vergadering van 9 juli 2014 ingestemd met het voornemen van haar plaatsvervangend voorzitter de waarneming (nogmaals) te verlengen en daarmee ontheffing verleend als bedoeld in artikel 29 lid 4 Wna. Bij brief van 14 juli 2014 is [mr. X] meegedeeld dat deze ontheffing werd verleend onder de voorwaarde dat de kamer voor 1 augustus 2014 de beschikking zou krijgen over een kopie van de brief van [mr. X] aan de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) waarin [mr. X] verzoekt om benoeming tot notaris in het vacante protocol. Op 30 juli 2014 heeft [mr. X] een kopie van zijn verzoek (van gelijke datum) aan de KNB aan de kamer gezonden.
3.2.6.
De voorzitter van de Commissie toegang notariaat als bedoeld in artikel 8 lid 2 Wna heeft [mr. X] op 3 november 2014 onder meer het volgende meegedeeld:
“In het zojuist met u gevoerde telefoongesprek deelde ik u mede dat de commissie toegang notariaat de staatssecretaris negatief zal adviseren betreffende uw verzoek om tot notaris benoemd te worden. (..) Wij spraken af dat u in principe eind deze week mij bericht of u uw verzoek tot benoeming tot notaris intrekt of dat u uw verzoek handhaaft. (..)”
[mr. X] heeft de voorzitter van de Commissie toegang notariaat op 7 november 2014 meegedeeld dat hij zijn verzoek tot benoeming tot notaris intrekt en dat hij heeft besloten een ander bedrijfsmodel te gaan voeren en een gewijzigd ondernemingsplan zal indienen.
3.2.7.
Op 12 november 2014 heeft [mr. X] de kamer verzocht om verlenging van zijn waarneming, onder verwijzing naar de Commissie toegang notariaat. Hij heeft daarbij onder meer meegedeeld dat hij een nieuw ondernemingsplan, met een ander bedrijfsmodel, moet opstellen en indienen en dat naar zijn schatting een half jaar tot een jaar nodig is om het hele traject van benoeming weer te doorlopen.
3.2.8.
Ter zitting van de kamer op 20 november 2014 heeft [mr. X] zijn verzoek mondeling toegelicht. De samenstelling van de kamer bestond uit een plaatsvervangend voorzitter en drie (plaatsvervangende) leden van de kamer, onder wie twee notariële leden en een inspecteur als bedoeld in artikel 2 derde lid, onderdeel b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.
3.2.9.
Bij beslissing van 24 november 2014 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de kamer de benoeming van [mr. X] tot waarnemer van [notaris] niet verlengd.
3.2.10.
Bij beslissing van 28 november 2014 heeft de voorzitter van de kamer:
- -
[kandidaat-notaris Y], kandidaat-notaris te [plaatsnaam], benoemd tot waarnemer van het protocol met de overige notariële bescheiden van [notaris], met ingang van1 december 2014 tot 1 december 2015;
- -
[kandidaat-notaris Z], kandidaat-notaris te [plaatsnaam], benoemd tot waarnemer van[kandidaat-notaris Y];
- -
het protocol en de overige notariële bescheiden van [notaris] met ingang van1 december 2014 toegewezen aan [kandidaat-notaris Y];
- -
bepaald dat [kandidaat-notaris Y], met uitsluiting van [mr. X], bevoegd is om over alle kwaliteitsrekeningen te beschikken en dat [mr. X] daartoe alle vereiste medewerking verleent;
- -
het honorarium van [kandidaat-notaris Y] en [kandidaat-notaris Z] vastgesteld op € 200,- per uur, exclusief BTW, en het honorarium van overige door hen in te schakelen notarieel juristen op € 150,- per uur, exclusief BTW;
- -
bepaald dat de waarneming zal geschieden voor rekening en risico van de onderneming van [mr. X], waaronder het inschakelen van deskundigen voor het beoordelen van de administratie en het automatiseringssysteem;
- -
[kandidaat-notaris Y] ontheven van de verplichtingen als vermeld in de artikelen 2 tot en met 4 van de Verordening overdracht protocol.
4. Gronden van het beroep
Kort weergegeven heeft [mr. X] in hoofdzaak de volgende bezwaren tegen de bestreden beslissingen.
Beslissing van 24 november 2014
a. Gelet op het bepaalde in artikel 29 lid 4 Wna is niet de voorzitter van de kamer, maar de kamer bevoegd te beslissen over een verlenging van de waarneming die meebrengt dat de desbetreffende waarneming langer dan een jaar zal (voort)duren. Dit gebrek wordt niet geheeld door het (doen) horen van [mr. X] ter zitting van de kamer op 20 november 2014 omdat de kamer daarbij onvolledig was en de wel aanwezige twee notariële leden zich, als beiden in [plaatsnaam] gevestigde notarissen en concurrenten, hadden behoren terug te trekken.
Beslissing van 28 november 2014
b. De notarispraktijk van [B.V.] is gericht op een snelle dienstverlening tegen bescheiden honoraria. De praktijk kan de vastgestelde honoraria niet gedurende een langere termijn dragen. De honoraria moeten worden verlaagd tot € 145,- per uur voor [kandidaat-notaris Y], tot € 115,- per uur voor [kandidaat-notaris Z] en tot € 95,- per uur voor de overige door hen in te schakelen juristen.
Beide beslissingen
d. De voorzitter van de Commissie toegang notariaat en de plaatsvervangend voorzitter van de kamer zijn dezelfde persoon, zodat vraagtekens worden gezet bij de zorgvuldigheid van de besluitvorming.
e. Bij het nemen van de beslissingen zijn de belangen van [mr. X] niet behoorlijk afgewogen.
f. Er is sprake van willekeur nu in de beslissingen geen redenen zijn aangegeven die zouden verhinderen dat de benoeming van [mr. X] wordt verlengd teneinde hem in de gelegenheid te stellen goedkeuring te verkrijgen voor een aangepast ondernemingsplan. In dit nieuwe ondernemingsplan wordt rekening gehouden met de kritiek van de Commissie toegang notariaat. Een nieuw verzoek tot benoeming tot notaris is inmiddels ingediend.
5. Beoordeling
Beslissing van 24 november 2014
5.1.
Bij deze beslissing heeft de plaatsvervangend voorzitter van de kamer de benoeming van [mr. X] tot waarnemer niet verlengd. Daartoe is onder meer overwogen dat de kamer geen aanleiding ziet om de benoeming te verlengen.
Ontvankelijkheid
5.2.
Het hof moet in de eerste plaats beoordelen of deze beslissing vatbaar is voor beroep. Ingevolge artikel 29 lid 3 Wna kan tegen een beslissing tot benoeming tot waarnemer of tot intrekking van een benoeming beroep worden ingesteld bij dit hof. Naar het oordeel van het hof valt een beslissing als de onderhavige waarbij een benoeming niet wordt verlengd, naar haar strekking daarmee op één lijn te stellen, zodat beroep daartegen mogelijk is. [mr. X] kan daarom worden ontvangen in zijn beroep tegen de beslissing.
Bevoegdheid voorzitter
5.3.
[mr. X] heeft tegen de beslissing in de eerste plaats aangevoerd dat de (plaatsvervangend) voorzitter niet bevoegd was om de beslissing te nemen. [mr. X] wijst in dit verband op artikel 29 lid 4 Wna, dat bepaalt dat het de kamer is die in bijzondere gevallen ontheffing kan verlenen van onder meer de beperking van de duur van de waarneming tot één jaar. Dit bezwaar is ongegrond. Ingevolge artikel 29 lid 2 Wna benoemt de voorzitter van de kamer de waarnemer. Ingevolge artikel 29 lid 3 Wna kan de kamer of de voorzitter van de kamer de benoeming te allen tijde intrekken. Uit het samenstel van deze bepalingen volgt dat de voorzitter bevoegd is te beslissen dat de benoeming niet wordt verlengd. Slechts voor verlenging van de benoeming voor zover die de maximale duur van één jaar overschrijdt, verlangt de wet een ontheffing van de kamer.
Geen verlenging waarneming
5.4.
[mr. X] heeft, kort gezegd, weersproken dat er redenen zijn om zijn benoeming niet te verlengen. Het hof acht in dit verband het volgende van belang. [mr. X] was en is als kandidaat-notaris werkzaam op het kantoor van de vervangen notaris. Bij die onderneming heeft hij inmiddels een groot financieel belang omdat de onderneming wordt gedreven door een rechtspersoon, waarin [mr. X] tegen betaling van een aanzienlijke prijs alle aandelen heeft verworven. Niet is gebleken dat [mr. X] vanaf 1 januari 2013 zijn taak en verantwoordelijkheid als waarnemer niet naar behoren heeft vervuld en evenmin dat hij niet in staat zal zijn die taak en verantwoordelijkheid naar behoren te blijven vervullen. Over de noodzaak tot het nemen van maatregelen om te voorkomen dat het nakomen van de voorlichtingsplicht in het gedrang komt door het moeten passeren van een te groot aantal akten in betrekkelijk korte tijd, alsmede de aard van die maatregelen, bestaat, zoals ter zitting is gebleken, geen verschil van mening tussen [mr. X] en de waarnemer die hem is opgevolgd. Ter zitting is ook gebleken dat [mr. X] ter zake ook daadwerkelijk reeds verscheidene maatregelen heeft genomen. Verder is niet gebleken dat de praktijkvoering of organisatie van het kantoor onder het waarnemerschap van [mr. X] zodanig is geweest dat het [mr. X] niet kan worden toevertrouwd daaraan leiding te geven. Van andere bezwaren tegen de persoon van [mr. X] is het hof evenmin gebleken.
5.5.
[mr. X] heeft bovendien na bekend te zijn geworden met de bezwaren van de Commissie toegang notariaat zijn ondernemingsplan, waarover overigens een positief advies was verkregen door de Commissie van deskundigen, aangepast en een nieuw verzoek tot benoeming tot notaris in het protocol van de vervangen notaris ingediend, welk verzoek thans in behandeling is. Het hof heeft vooralsnog geen reden om aan te nemen dat dit verzoek kansloos is.
5.6.
Het hof stelt verder vast dat uit de bestreden beslissing niet blijkt waarom de kamer (en de voorzitter) geen aanleiding hebben gezien de waarneming te verlengen.
5.7.
Uit het voorgaande volgt dat het bezwaar van [mr. X] tegen de beslissing om de waarneming niet te verlengen, gegrond is.
Nieuwe beslissing
5.8.
Bij deze stand van zaken kan de beslissing van de voorzitter niet in stand blijven. Het hof zal die beslissing vernietigen. Daarmee is de waarneming niet verlengd, omdat de kamer geen ontheffing heeft verleend van de maximale duur van de waarneming. Uit de beslissing van de voorzitter blijkt echter dat de kamer de waarneming niet heeft willen verlengen, waarna de voorzitter in die zin heeft besloten. De bevoegdheid die de kamer toekomt om ontheffing te verlenen, komt in beroep toe aan het hof. Het hof acht gezien de hiervoor onder 5.4. en 5.5. beschreven omstandigheden een bijzonder geval aanwezig dat rechtvaardigt ontheffing te verlenen en zal de waarneming daarom verlengen met een jaar.
5.9.
De verlenging van de waarneming door [mr. X] kan niet tot gevolg hebben dat de benoeming van [kandidaat-notaris Y] tot waarnemer en van [kandidaat-notaris Z] tot waarnemer van[kandidaat-notaris Y] met terugwerkende kracht ongedaan wordt gemaakt. Artikel 29 lid 2 Wna laat echter toe dat meerdere (kandidaat-)notarissen worden benoemd tot waarnemer. Het hof ziet daarom niet als bezwaar dat de verlenging van de waarneming door [mr. X] meebrengt dat vanaf 1 december 2014 [mr. X], met terugwerkende kracht, naast [kandidaat-notaris Y] en[kandidaat-notaris Z] fungeert als waarnemer van de vervangen notaris. De benoeming van [kandidaat-notaris Y] en [kandidaat-notaris Z] zal echter wel worden beperkt in de tijd, zoals hierna aan de orde zal komen bij de bespreking van de beslissing van 28 november 2014.
5.10.
Het hof geeft de voorzitter van de kamer in overweging [naam], die eveneens werkzaam is op het kantoor van de vervangen notaris, te benoemen tot (onder)waarnemer naast [mr. X], gelet op het aantal akten dat op het kantoor van de vervangen notaris moet worden gepasseerd.
Beslissing van 28 november 2014
5.11.
Bij deze beslissing heeft de voorzitter van de kamer [kandidaat-notaris Y] benoemd tot waarnemer van de [notaris] en [kandidaat-notaris Z] tot waarnemer van [kandidaat-notaris Y], waarbij hun honorarium is vastgesteld op € 200,- per uur, exclusief BTW, ‘gezien de complexiteit van hun werkzaamheden als waarnemers’ en het honorarium van overige door hen in te schakelen notarieel juristen op € 150,- per uur, exclusief BTW, met bepaling dat de waarneming zal geschieden voor rekening en risico van de onderneming van [mr. X].
5.12.
[mr. X] heeft bezwaar tegen de benoeming van [kandidaat-notaris Y] en [kandidaat-notaris Z], tegen de hoogte van het vastgestelde honorarium en tegen de bepaling dat de waarneming zal geschieden voor rekening en risico van zijn onderneming.
Benoeming [kandidaat-notaris Y] en [kandidaat-notaris Z]
5.13.
In aansluiting op hetgeen hiervoor onder 5.9. is overwogen, zal het hof de duur van de benoeming van [kandidaat-notaris Y] en [kandidaat-notaris Z] beperken tot zaterdag 21 februari 2015 0:00 uur. De omstandigheid dat in de periode van 1 december 2014 tot 21 februari 2015 zowel[kandidaat-notaris Y] als [mr. X] als waarnemer fungeren, brengt mee dat de beslissing van de voorzitter ook op andere onderdelen moet worden aangepast.
Honorarium
5.14.
In zijn uitspraak van 19 maart 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ4897, heeft het hof overwogen dat het redelijk is dat aan de waarnemer in een situatie van een ‘zware’ waarneming (de situaties die worden bedoeld in artikel 28, aanhef en onderdelen c, d, e, en f, (oud) Wna) ten laste van de vervangen notaris (of diens erfgenamen) een uurtarief wordt toegekend van € 150,- exclusief omzetbelasting, te berekenen op basis van de uren die de waarnemer op het waargenomen kantoor aanwezig is, en dus niet over diens reistijd (onverminderd het recht op een redelijke reiskostenvergoeding). Het hof heeft daarbij in aanmerking genomen dat het gebruikelijke uurtarief dat een notaris aan zijn opdrachtgevers in rekening brengt veelal hoger is, maar dat gewoonlijk, in tegenstelling tot de onderhavige situatie, niet alle uren die een notaris op zijn kantoor doorbrengt declarabel zullen zijn. Daaraan voegt het hof thans toe dat in het gebruikelijke uurtarief mede is begrepen de vergoeding van de (kantoor)kosten van de notarispraktijk, welke kosten in dit geval niet ten laste van het honorarium komen.
5.15.
De voorzitter heeft een hoger uurtarief vastgesteld gezien de complexiteit van de werkzaamheden als waarnemers. Ter zitting in hoger beroep is van die complexiteit niet gebleken. De aard van de zaken die de waarnemers behandelen, is niet complex. Evenmin zijn er aanwijzingen dat de kantoororganisatie complex is in vergelijking tot die van andere notarispraktijken. Kenmerkend voor de onderhavige notarispraktijk is slechts dat veel akten worden gepasseerd, maar dat rechtvaardigt op zichzelf geen hoger honorarium. Het hogere honorarium heeft in het onderhavige geval ook geleid tot het onredelijke resultaat dat over één maand, te weten december 2014, een bedrag van in totaal € 68.925,04, exclusief BTW, aan honorarium is gedeclareerd. Toepassing van een honorarium van € 150,- per uur voor de waarnemers en een daarvan afgeleid honorarium voor door hen in te schakelen notarieel juristen resulteert nog steeds in een aanzienlijke beloning voor de verrichte werkzaamheden.
5.16.
Hetgeen hiervoor is overwogen leidt tot de conclusie dat het honorarium voor[kandidaat-notaris Y] en [kandidaat-notaris Z] moet worden bepaald op € 150,- per uur, exclusief BTW. Het honorarium voor overige door hen in te schakelen notarieel juristen zal dienovereenkomstig worden bepaald op € 100,- per uur, exclusief BTW.
Rekening en risico
5.17.
Artikel 29a Wna bepaalt dat bij een waarneming als de onderhavige de notarispraktijk voor rekening en risico van de vervangen notaris wordt voortgezet indien, zoals in dit geval, in het benoemingsbesluit het honorarium voor de waarnemer is vastgesteld. [mr. X] is niet de vervangen notaris en de notarispraktijk wordt niet voor zijn rekening en risico gevoerd, maar voor rekening en risico van een rechtspersoon. In die zin ontbeert de bepaling dat de waarneming zal geschieden voor rekening en risico van de onderneming van [mr. X] een wettelijke grondslag.
5.18.
De kennelijke bedoeling van de wettelijke regeling is dat het honorarium wordt betaald uit de praktijk die door de waarneming wordt voortgezet. In dit geval wordt de praktijk gedreven door de rechtspersoon waarvan alle aandelen aanvankelijk in handen waren van de vervangen notaris, maar thans in handen zijn van [mr. X]. Het hof zal op dit punt de beslissing van de voorzitter daarom opnieuw formuleren, zodat de waarneming zal plaatsvinden voor rekening en risico van de notarispraktijk van die rechtspersoon.
Wijze van totstandkoming beslissingen
5.19.
Bij deze stand van zaken geldt voor beide beslissingen dat er geen belang meer is bij bespreking van de (overige) bezwaren die betrekking hebben op de wijze waarop de beslissingen tot stand zijn gekomen.
5.20.
Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht, kan eveneens buiten beschouwing blijven omdat het niet van belang is voor de beslissing in deze zaak.
5.21.
Het hiervoor overwogene leidt tot de volgende beslissing.
6. De beslissing
Het hof:
- vernietigt de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de kamer van 24 november 2014 en, opnieuw beslissende:
- verlengt de benoeming van [mr. X] tot waarnemer van het protocol met de overige notariële bescheiden van [notaris] voor de duur van een jaar, dus van 1 december 2014 tot 1 december 2015 onder dezelfde voorwaarden als in de beslissing van 11 februari 2013 genoemd, en verleent daartoe ontheffing van het bepaalde in artikel 29 lid 4 Wna;
- bevestigt de beslissing van de voorzitter van de kamer van 28 november 2014 met uitzondering van de hierna te noemen onderdelen, vernietigt die beslissing op die onderdelen en, in zoverre opnieuw beslissende:
- (1) bepaalt dat de benoeming van [kandidaat-notaris Y] duurt tot zaterdag 21 februari 2015 te 0:00 uur;
- (2) bepaalt dat de benoeming van [kandidaat-notaris Z] duurt tot zaterdag 21 februari 2015 te 0:00 uur;
- (4) bepaalt dat [kandidaat-notaris Y] naast (en niet met uitsluiting) van [mr. X] bevoegd is om over alle kwaliteitsrekeningen te beschikken;
- (5) bepaalt het honorarium van [kandidaat-notaris Y] en [kandidaat-notaris Z] op € 150,- per uur, exclusief BTW, en het honorarium van overige door hen in te schakelen notarieel juristen op € 100,- per uur, exclusief BTW;
- (6) bepaalt dat de waarneming zal plaatsvinden voor rekening en risico van de notarispraktijk [B.V.], die wordt gedreven door de rechtspersoon waarvan alle aandelen in handen waren van de vervangen notaris.
Deze beslissing is gegeven door mrs. W.J.J. Los, J.C.W. Rang en A.H.N. Stollenwerck en in het openbaar uitgesproken op 17 februari 2015 door de rolraadsheer.