NJB 2021/2737
Een ‘identiteitsbewijs’ als bedoeld in art. 231 Sr: niet elke identiteitskaart kan als zodanig worden aangemerkt. Dat geldt bijvoorbeeld voor een Iraakse identiteitskaart zoals in casu. In casu doet zich niet het geval voor dat aan de orde was in HR 17 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:451. In die zaak ging het om een (valse) identiteitskaart van een lidstaat van de Europese Unie, die – gelet op Richtlijn 2004/38/EG – de functie had de houder ervan het reizen van en naar andere landen, alsmede zijn verblijf daar, te vergemakkelijken en daarom als ‘reisdocument’ gold. Niet kan worden aangenomen dat de Iraakse identiteitskaart eenzelfde functie heeft.
HR 12-10-2021, ECLI:NL:HR:2021:1507
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 oktober 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers
- Zaaknummer
19/05291
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1507, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑10‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:969, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑08‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑03‑2020
- Wetingang
(art. 231 Sr)
Essentie
Een ‘identiteitsbewijs’ als bedoeld in art. 231 Sr: niet elke identiteitskaart kan als zodanig worden aangemerkt. Dat geldt bijvoorbeeld voor een Iraakse identiteitskaart zoals in casu. In casu doet zich niet het geval voor dat aan de orde was in HR 17 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:451. In die zaak ging het om een (valse) identiteitskaart van een lidstaat van de Europese Unie, die – gelet op Richtlijn 2004/38/EG – de functie had de houder ervan het reizen van en naar andere landen, alsmede zijn verblijf daar, te vergemakkelijken en daarom als ‘reisdocument’ gold. Niet kan worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.