NJB 2023/1178:Voordeelsontneming in de zaak Melogale vanwege ‘andere strafbare feiten’ i.d.z.v. art. 36e lid 2 Sr na gedeeltelijke vrijspraak in de hoofdzaak: in casu heeft het hof bij de beoordeling van de ontnemingsvordering ten onrechte gedragingen betrokken waarvan de betrokkene – partieel – is vrijgesproken (vgl. EHRM 1 maart 2007, nr. 30810/03 (Geerings/Nederland)). Schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel ontoereikend gemotiveerd nu uit de enkele omstandigheid dat de betrokkene is veroordeeld voor (het medeplegen van) het aanwezig hebben van cocaïne niet zonder meer kan worden afgeleid dat hij uit dat feit wederrechtelijk voordeel heeft verkregen.