V-N 2018/66.5
Crisisheffing kan niet worden geheven van niet meer bestaande inhoudingsplichtige
HR (A-G) 25-09-2018, ECLI:NL:PHR:2018:1039, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
25 september 2018
- Zaaknummer
18/01666
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS930080:1
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Eindheffing
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2308, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1039, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑09‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑06‑2018
- Wetingang
art. 32bd Wet LB 1964
Essentie
Advocaat-generaal Wattel volgt de beslissing van Hof ’s-Hertogenbosch dat gewezen inhoudingsplichtigen niet in de crisisheffing kunnen worden betrokken.
Samenvatting
De belanghebbende dreef een praktijk waarin [B] als tandarts werkte. [B] hield alle aandelen in een holding bv die op haar beurt 99% van de aandelen in de belanghebbende hield. [B] hield 1% van de aandelen in de belanghebbende rechtstreeks. De belanghebbende (niet de holding bv) is op 15 december 2013 opgehouden te bestaan. In 2013 genoot [B] van de belanghebbende loon ad € 279.740, waarop de laatste € 117.358 loonheffing inhield. Aan de belanghebbende is in 2014 een naheffingsaanslag loonbelasting ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.