TvI 2021/19
HR, 05-03-2021, nr. 20/01989
HR 05-03-2021, ECLI:NL:HR:2021:351, m.nt. Mr. dr. B.J. Engberts
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 maart 2021
- Zaaknummer
20/01989
- Noot
Mr. dr. B.J. Engberts
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS270007:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:595, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑04‑2021
ECLI:NL:HR:2021:351, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑03‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:928, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑10‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑07‑2020
Samenvatting
Insolventieprocesrecht. Bij een tussentijdse beëindiging van een schuldsaneringsregeling komt de schuldenaar, volgens de tekst van art. 350 lid 5 Fw, “van rechtswege” in staat van faillissement te verkeren als er baten beschikbaar zijn om daaruit zijn schulden (gedeeltelijk) te voldoen. De Hoge Raad oordeelt dat dit faillissement niet ‘van rechtswege’ ontstaat maar afhangt van de beoordeling van de rechter die de schuldsaneringsregeling tussentijds beëindigt. Een faillissement heeft namelijk ingrijpende rechtsgevolgen. Er dient daarom steeds duidelijkheid te bestaan of een faillissement is ingetreden. Het van rechtswege intreden van een faillissement past daarbij niet nu de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.