Einde inhoudsopgave
Landsverordening administratieve rechtspraak [Curaçao]
Artikel 14
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2001
- Redactionele toelichting
M.i.v. 10-10-2010 bestendigd als landsverordening van Curaçao ingevolge art. 1, lid 1, van de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Curaçao (04-09-2010, A.B. 87).
- Bronpublicatie:
03-08-2001, Publicatieblad Nederlandse Antillen 2001, 79 (uitgifte: 17-08-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-08-2001, Publicatieblad Nederlandse Antillen 2001, 80 (uitgifte: 17-08-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
Bij de beraadslaging over rechtszaken maken eerst de bijzondere rechters, van de jongstbenoemde tot de oudste, en als laatste de voorzitter hun gevoelen kenbaar. In diezelfde volgorde heeft, zo nodig, de stemming plaats. Er wordt beslist bij meerderheid van stemmen. Een rechter, die niet bij de beraadslaging aanwezig kan zijn, kan zijn gevoelen niet schriftelijk kenbaar maken of door een van zijn mederechters doen voordragen.