NJB 2014/1288
Geen recht op horen getuigen omtrent vordering benadeelde partij: nu het de benadeelde partij ingevolge art. 334 lid 1 Sv niet is toegestaan ter onderbouwing van haar vordering getuigen aan te brengen, staat in het bijzonder het vereiste van equality of arms uit art. 6 EVRM eraan in de weg dat wel aan de verdachte de bevoegdheid zou toekomen omtrent deze vordering getuigen aan te brengen (13 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ0834, NJ 2012/11). Dat geldt ook indien het verzoek van verdachte betrekking heeft op het horen van de benadeelde partij zelf over haar vordering
HR 17-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1448
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 juni 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan, N. Jörg, V. van den Brink
- Zaaknummer
13/04388
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1448, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑06‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:545, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑04‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑01‑2014
- Wetingang
(Sv art. 334)
Essentie
Geen recht op horen getuigen omtrent vordering benadeelde partij: nu het de benadeelde partij ingevolge art. 334 lid 1 Sv niet is toegestaan ter onderbouwing van haar vordering getuigen aan te brengen, staat in het bijzonder het vereiste van equality of arms uit art. 6 EVRM eraan in de weg dat wel aan de verdachte de bevoegdheid zou toekomen omtrent deze vordering getuigen aan te brengen (13 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ0834, NJ 2012/11). Dat geldt ook indien het verzoek van verdachte betrekking heeft op het horen van de benadeelde partij zelf over haar vordering
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.