RN 2019/1
Omzetbelasting. Kan vrijstelling art. 11 lid 1 Wet OB 1968 ondanks nieuwe jurisprudentie met beroep op rechtszekerheidsbeginsel worden toegepast?
HR 07-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2260
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 december 2018
- Magistraten
Mrs. R.J. Koopman, E.N. Punt, P.M.F. van Loon, M.E. van Hilten, E.F. Faase
- Zaaknummer
17/01767
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS930100:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Omzetbelasting / Vrijstelling
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑12‑2018
ECLI:NL:HR:2018:2260, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑12‑2018
- Wetingang
Art. 11 lid 1, 37 Wet OB 1968
Essentie
Omzetbelasting.
Kan een vrijstelling ex art. 11 lid 1 Wet OB 1968 ondanks nieuwe jurisprudentie met beroep op rechtszekerheidsbeginsel worden toegepast?
Samenvatting
Belanghebbende is een fiscale eenheid voor de omzetbelasting, waarvan een vastgoedholding deel uitmaakte. De vastgoedholding heeft in 2008 een samenwerkingsovereenkomst gesloten met een projectontwikkelaar. De vastgoedholding levert en verkoopt aan de projectontwikkelaar een onroerende zaak, alsmede de helft van de rechten, documenten, ontheffingen en toezeggingen inzake de bouwaanvraag die is ingediend voor de ontwikkeling van onder meer deze locatie, tezamen aangeduid als de goodwill. Op het moment van levering bestond de onroerende zaak uit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.