Einde inhoudsopgave
Internationaal Verdrag ter bestrijding van de financiering van terrorisme
Artikel 23
Geldend
Geldend vanaf 10-04-2002
- Bronpublicatie:
09-12-1999, Trb. 2001, 62 (uitgifte: 06-04-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-04-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2002, Trb. 2002, 110 (uitgifte: 24-06-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De bijlage kan worden gewijzigd door toevoeging van relevante verdragen die:
- a.
openstaan voor deelneming door alle Staten;
- b.
in werking zijn getreden;
- c.
bekrachtigd, aanvaard, of goedgekeurd zijn door of waartoe zijn toegetreden, tenminste tweeëntwintig Staten die Partij zijn bij dit Verdrag.
2.
Na de inwerkingtreding van dit Verdrag kan elke Staat een dergelijke wijziging voorstellen. Elk voorstel tot wijziging wordt aan de depositaris in schriftelijke vorm meegedeeld. De depositaris deelt voorstellen die aan de eisen van het eerste lid voldoen mede aan alle Staten die Partij zijn en vraagt hun oordeel of de voorgestelde wijziging dient te worden aangenomen.
3.
De voorgestelde wijziging wordt geacht te zijn aangenomen tenzij een derde van de Staten die Partij zijn er uiterlijk binnen 180 dagen na de verzending bij schriftelijke kennisgeving bezwaar tegen maakt.
4.
De aangenomen wijziging van de bijlage wordt 30 dagen na de nederlegging van de tweeëntwintigste akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van deze wijziging van kracht voor alle Staten die Partij zijn die een dergelijke akte hebben nedergelegd. Voor elke Staat die Partij is die de wijziging bekrachtigt, aanvaardt of goedkeurt na de nederlegging van de tweeëntwintigste akte, wordt de wijziging van kracht op de dertigste dag na de nederlegging door deze Staat die Partij is van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring.