BNB 2014/171
Herinvesteringsreservelichaam. Samenloop met ontvoeging uit fiscale eenheid. Fraus legis
HR 23-05-2014, ECLI:NL:HR:2014:1186, m.nt. R.P.C. Cornelisse
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 mei 2014
- Magistraten
Mrs. Overgaauw, Lourens, Bavinck, Koopman, Van Kalmthout
- Zaaknummer
12/05645
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
R.P.C. Cornelisse
- Bronvindplaats
(Kamerstukken II, 2000-2001, 27209, nr. 7, blz. 16)
- JCDI
JCDI:ADS24076:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting (V)
Belastingrecht algemeen (V)
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1186, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑05‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑01‑2013
- Wetingang
Art. 15aj lid 4 en art. 15e Wet VPB 1969; fraus legis
Essentie
Herinvesteringsreservelichaam. Samenloop met ontvoeging uit fiscale eenheid. Fraus legis
Samenvatting
Belanghebbende, moedermaatschappij van een fiscale eenheid, heeft op 5 september 2001 alle aandelen in I BV verkregen. Op 6 september 2001 heeft I BV onroerende zaken verkocht en in verband daarmee een herinvesteringsreserve (HIR) gevormd. Met ingang van 1 januari 2002 is I BV gevoegd in de fiscale eenheid. Op 23 april 2004, om 10.53 heeft I BV de economische eigendom van een hotel in Zwitserland gekocht. Op 23 april 2004 om 11.00 uur heeft belanghebbende alle aandelen in I BV aan BB BV geleverd. In geschil is of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.