RO 2022/3
In hoeverre is de Ondernemingskamer gebonden aan de prijsbepaling van de aandelen in het deskundigenrapport?
Hof Amsterdam 21-09-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:3095 (Xeikon N.V.)
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
21 september 2021
- Magistraten
Mrs. A.W.H. Vink, M.M.M. Tillema, P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten
- Zaaknummer
200.151.876/01
- Roepnaam
Xeikon N.V.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS632386:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2021:3095, Uitspraak, Hof Amsterdam, 21‑09‑2021
ECLI:NL:GHAMS:2019:135, Uitspraak, Hof Amsterdam, 22‑01‑2019
ECLI:NL:GHAMS:2016:2493, Uitspraak, Hof Amsterdam, 28‑06‑2016
- Wetingang
Art. 2:92a, 2:351 BW; art. 21, 198 Rv
Essentie
Uitkoopregeling minderheidsaandeelhouders.
Is er aanleiding om te concluderen dat eiseressen onvoldoende informatie hebben verschaft en niet voldoende hebben meegewerkt aan het deskundigenonderzoek? In hoeverre is de Ondernemingskamer gebonden aan het deskundigenrapport of staat het haar vrij om een onafhankelijk oordeel te vormen?
Samenvatting
In deze uitkoopprocedure hebben XBC en Xeikon geëist dat gedaagde Recalcico op grond van art. 2:92a BW veroordeeld wordt haar aandelen in Xeikon over te dragen aan XBC, tegen een door de Ondernemingskamer vast te stellen prijs. De Ondernemingskamer heeft bij tussenarrest geoordeeld, dat het verzoek in beginsel toewijsbaar is, waarbij rekening ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.