RvdW 2015/44
Onrechtmatige staandehouding nav MTV-controle geen vormverzuim ex art. 359a Sv; bescherming art. 31 Vluchtelingenverdrag voor gesmokkelde personen, heft wederrechtelijkheid toegang/doorreis ex art. 197a Sr niet op.
HR 02-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3488
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 december 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
12/03427
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3488, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑12‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:2033, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑09‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑12‑2013
- Wetingang
Essentie
1. De staandehouding in het kader van een Mobiel Toezicht Vreemdelingen-controle, die het hof in bestuursrechtelijk opzicht onrechtmatig heeft geacht, heeft niet plaatsgevonden in het kader van het voorbereidend onderzoek van de bewezenverklaarde mensensmokkel en kan derhalve niet worden aangemerkt als een vormverzuim als bedoeld in art. 359a Sv.
2. Dat de gesmokkelde personen zich met vrucht kunnen beroepen op de bescherming van art. 31 Vluchtelingenverdrag betekent niet dat de met gebruikmaking van een niet op hun naam gesteld paspoort verschafte toegang tot of doorreis door Nederland niet wederrechtelijk is.
Partij(en)
Arrest ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.