Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2015/2203 onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot voor menselijke voeding bestemde caseïne en caseïnaten
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 21-12-2015
- Bronpublicatie:
25-11-2015, PbEU 2015, L 314 (uitgifte: 01-12-2015, regelingnummer: 2015/2203)
- Inwerkingtreding
21-12-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2015, PbEU 2015, L 314 (uitgifte: 01-12-2015, regelingnummer: 2015/2203)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot voor menselijke voeding bestemde caseïne en caseïnaten en tot intrekking van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Richtlijn 83/417/EEG van de Raad (3) voorziet in de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake bepaalde voor menselijke voeding bestemde melkeiwitten (caseïne en caseïnaten). Sinds de inwerkingtreding van deze richtlijn zijn een aantal wijzigingen doorgevoerd die in aanmerking moeten worden genomen, met name de ontwikkeling van een alomvattend juridisch kader op het gebied van de levensmiddelenwetgeving en de goedkeuring van een internationale norm inzake voor menselijke voeding bestemde caseïneproducten van de Commissie van de Codex Alimentarius (codexnorm inzake voor menselijke voeding bestemde caseïneproducten).
- (2)
Bij Richtlijn 83/417/EEG zijn aan de Commissie bevoegdheden verleend om voor een aantal bepalingen uitvoeringsbepalingen vast te stellen. Als gevolg van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon moeten deze bevoegdheden worden aangepast aan artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).
- (3)
Ter wille van de duidelijkheid moet Richtlijn 83/417/EEG daarom worden ingetrokken en vervangen door een nieuwe richtlijn.
- (4)
Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad (4) bevat algemene, horizontale en uniforme regels van de Unie betreffende de vaststelling van noodmaatregelen voor levensmiddelen en diervoeders. De daarmee verband houdende bepalingen van Richtlijn 83/417/EEG zijn derhalve niet langer noodzakelijk.
- (5)
Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad (5) bevat algemene, horizontale en uniforme regels van de Unie betreffende de methoden van bemonstering en analyse van levensmiddelen. De daarmee verband houdende bepalingen van Richtlijn 83/417/EEG zijn derhalve niet langer noodzakelijk.
- (6)
Op grond van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad (6) moet in betrekkingen tussen bedrijven voldoende informatie worden verstrekt om te zorgen voor de aanwezigheid en de nauwkeurigheid van voedselinformatie voor de eindverbruiker. Aangezien de onder deze richtlijn vallende producten bestemd zijn voor de verkoop tussen bedrijven voor de bereiding van levensmiddelen, dienen de specifieke, reeds in Richtlijn 83/417/EEG vervatte voorschriften te worden gehandhaafd, aangepast aan het huidige wettelijke kader en vereenvoudigd. Deze specifieke voorschriften moeten bepalen welke informatie voor de onder deze richtlijn vallende producten dient te worden verstrekt bij betrekkingen tussen bedrijven, om, enerzijds, de exploitanten van levensmiddelenbedrijven de beschikking te geven over de informatie die zij nodig hebben voor de etikettering van de eindproducten, bijvoorbeeld op het gebied van allergenen, en om, anderzijds, te voorkomen dat deze producten kunnen worden verward met soortgelijke producten die niet geschikt of bestemd zijn voor menselijke voeding.
- (7)
In Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad (7) is een definitie vastgesteld van levensmiddelenadditieven en technische hulpstoffen, die ook in Richtlijn 83/417/EEG technische hulpstoffen worden genoemd. Daarom dienen in deze richtlijn eveneens de termen ‘levensmiddelenadditieven’ en ‘technische hulpstoffen’ te worden gebruikt. Deze terminologie zou tevens in overeenstemming zijn met de codexnorm inzake voor menselijke voeding bestemde caseïneproducten.
- (8)
Andere termen en referenties in de bijlagen bij Richtlijn 83/417/EEG moeten worden aangepast in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1332/2008 van het Europees Parlement en de Raad (8) en Verordening (EG) nr. 1333/2008.
- (9)
In bijlage I bij Richtlijn 83/417/EEG is het maximale vochtgehalte van voor menselijke voeding bestemde caseïne vastgesteld op 10 % en het maximale melkvetgehalte van voedingszuurcaseïne op 2,25 %. In aanmerking nemende dat bij de codexnorm inzake voor menselijke voeding bestemde caseïne deze parameters op respectievelijk 12 % en 2 % zijn vastgelegd, moeten de parameters aan die norm aangepast worden om verstoring van de handel te vermijden.
- (10)
Teneinde de in de bijlagen bij deze richtlijn vervatte technische elementen snel te kunnen aanpassen of bijwerken naargelang van de ontwikkelingen bij de betrokken internationale normen of de technische vooruitgang, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen ten aanzien van de in de bijlagen I en II vastgestelde normen inzake voor menselijke voeding bestemde caseïne en voor menselijke voeding bestemde caseïnaten. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig, op gepaste wijze en gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad.
- (11)
Daar de doelstellingen van deze richtlijn, namelijk het bevorderen, via de aanpassing van de wetgeving van de lidstaten, van het vrije verkeer van voor menselijke voeding bestemde caseïne en caseïnaten en tegelijkertijd bieden van een hoog niveau van bescherming van de gezondheid, en het aanpassen van bestaande bepalingen aan de algemene Uniewetgeving inzake levensmiddelen en aan internationale normen, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt maar vanwege de omvang en de gevolgen van het optreden beter op het niveau van de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om die doelstellingen te verwezenlijken,
HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Voetnoten
PB C 424 van 26.11.2014, blz. 72.
Standpunt van het Europees Parlement van 7 oktober 2015 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 10 november 2015.
Richtlijn 83/417/EEG van de Raad van 25 juli 1983 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake bepaalde voor menselijke voeding bestemde melkeiwitten (caseïne en caseïnaten) (PB L 237 van 26.8.1983, blz. 25).
Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (PB L 304 van 22.11.2011, blz. 18).
Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16).
Verordening (EG) nr. 1332/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake voedingsenzymen en tot wijziging van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad, Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad, Richtlijn 2000/13/EG, Richtlijn 2001/112/EG van de Raad en Verordening (EG) nr. 258/97 (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 7).