RBP 2020/11
Opheffing dwangsom. Is het de dwangsomrechter toegestaan de dwangsom op te heffen omdat de hoofdveroordeling reeds is uitgevoerd?
HR 13-12-2019, ECLI:NL:HR:2019:1941
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 december 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.M.J. van Buchem-Spapens, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorf, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
18/03716
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- JCDI
JCDI:ADS186985:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1941, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑12‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:994, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑09‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑08‑2018
- Wetingang
Art. 611d Rv
Essentie
Opheffing dwangsom.
Is het de dwangsomrechter toegestaan de dwangsom op te heffen omdat de hoofdveroordeling reeds is uitgevoerd?
Samenvatting
Op vordering van de eiser heeft de voorzieningenrechter verweerders veroordeeld om een vergadering van aandeelhouders van bijeen te roepen op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 20.000 voor iedere dag dat niet aan de uitgesproken hoofdveroordeling wordt voldaan, met een maximum van € 200.000. Eiser heeft vervolgens een deurwaardersexploot aan verweerders betekend waarin is vermeld dat niet is voldaan aan de veroordeling als omschreven in het vonnis van de voorzieningenrechter en dat de dwangsommen tot een maximum van € 200.000,- zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.