V-N Vandaag 2018/890
Door onduidelijkheid over verblijfsdagen in Nederland is Nederland toch heffingsbevoegd
Hof Arnhem-Leeuwarden 10-04-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:3234
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
10 april 2018
- Zaaknummer
17/00787
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht / Heffingsbevoegdheid
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHARL:2018:3234, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 10‑04‑2018
- Wetingang
Wet inkomstenbelasting 2001 (BWBR0011353, 4.6)Wet inkomstenbelasting 2001 (BWBR0011353, 3.81)Wet op de loonbelasting 1964 (BWBR0002471, 12a)Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen (BWBV0001563, 16)Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen (BWBV0001563, 15)
Essentie
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X niet voldoet aan de op hem rustende bewijslast. X geeft namelijk niet aan op welke andere dagen hij in Nederland aanwezig is geweest en welke redenen hij voor deze aanwezigheid had.
Samenvatting
Belanghebbende, X, woont in België en heeft de Belgische nationaliteit. Via zijn vennootschap, A BvbA, verricht X werkzaamheden in Nederland voor B bv. De inspecteur reikt een IB-aangiftebiljet 2009 uit aan X. X doet aangifte van een inkomen van nihil. In België is hij in de Personenbelasting aangeslagen voor het loon dat hij van A BvbA heeft ontvangen. De inspecteur corrigeert ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.