NJ 2018/283
Toetsingskader voor groepsbelediging door uitlatingen van een politicus ten onrechte toegepast op een niet-politicus; onbegrijpelijk oordeel dat uitlatingen niet onnodig grievend waren.
HR 10-04-2018, ECLI:NL:HR:2018:539, m.nt. E.J. Dommering
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 april 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
16/01810
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Noot
E.J. Dommering
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124539:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:539, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑04‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:27, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑01‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑07‑2017
- Wetingang
Essentie
Toetsingskader voor groepsbelediging door uitlatingen van een politicus ten onrechte toegepast op een niet-politicus; onbegrijpelijk oordeel dat uitlatingen niet onnodig grievend waren.
Verdachte — niet zijnde een politicus — heeft in een gefilmd interview ten behoeve van een documentaire gezegd dat Arabieren fervent kontenbonkers zijn, dat ze kleine jongetjes neuken en dat dit heel normaal is in hun cultuur. Het hof was van oordeel dat die uitlatingen niet als beledigend in de zin van art. 137c Sr kunnen worden aangemerkt. Voor zover het hof daarmee tot uitdrukking heeft gebracht dat die uitlatingen, nu deze door verdachte zijn gedaan in het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.