Vgl. HR 21 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1509.
HR, 31-03-2023, nr. 22/03521
ECLI:NL:HR:2023:509
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31-03-2023
- Zaaknummer
22/03521
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2023:509, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑03‑2023; (Herziening)
Aanvraag tot herziening van: ECLI:NL:HR:2021:1047
- Vindplaatsen
Uitspraak 31‑03‑2023
Inhoudsindicatie
HR verklaart het verzoek om herziening n-o met toepassing van art. 80a RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 22/03521
Datum 31 maart 2023
ARREST
in de zaak van
de erfgenamen van [A] te [Z] (hierna: belanghebbende),
vertegenwoordigd door J.A.M. Janssen,
op het verzoek om herziening van het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 2 juli 2021, nr. 20/02453, ECLI:NL:HR:2021:1047.
1. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het verzoek om herziening
De Hoge Raad heeft het verzoek om herziening beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.
De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het verzoek om herziening duidelijk niet kan slagen.1.Hij zal daarom gebruik maken van de mogelijkheid om het verzoek zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).
2. Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het verzoek om herziening niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer M.W.C. Feteris als voorzitter, en de raadsheren E.F. Faase en J.A.R. van Eijsden, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 31 maart 2023.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 31‑03‑2023