Einde inhoudsopgave
Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie
Artikel 29 (mededelingen)
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2011
- Bronpublicatie:
12-05-2011, Stb. 2011, 232 (uitgifte: 24-05-2011, kamerstukken: 32188)
- Inwerkingtreding
01-08-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-07-2011, Stb. 2011, 342 (uitgifte: 08-07-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Strafprocesrecht (V)
1.
Indien de officier van justitie op grond van de artikelen 24, eerste lid, 24a, eerste lid, of 25, eerste lid de erkenning en tenuitvoerlegging van de beslissing tot confiscatie weigert, stelt hij de bevoegde autoriteit van de uitvaardigende lidstaat hiervan onverwijld schriftelijk en met redenen omkleed in kennis.
2.
Indien de tenuitvoerlegging van de beslissing tot confiscatie niet, of niet geheel slaagt, stelt de officier van justitie de bevoegde autoriteit van de uitvaardigende lidstaat hiervan onverwijld met redenen omkleed in kennis.
3.
Van de toepassing van een vervangende straf of maatregel stelt de officier van justitie de bevoegde autoriteit van de uitvaardigende lidstaat onverwijld in kennis.
4.
Indien tenuitvoerlegging van de beslissing tot confiscatie onmogelijk blijkt, zulks nadat de bevoegde autoriteit van de uitvaardigende lidstaat door de bevoegde autoriteit van de uitvoerende lidstaat in de gelegenheid is gesteld nadere gegevens met betrekking tot het voorwerp waarop de beslissing tot confiscatie betrekking heeft te verstrekken, wordt de bevoegde autoriteit van de uitvaardigende lidstaat daarvan onverwijld schriftelijk in kennis gesteld.