FED 2013/33:Het oordeel van het hof dat de belanghebbende te kwader trouw is doordat hij ‘voorwaardelijk opzettelijk’ geen aangifte heeft gedaan van de door hem in Nederland genoten dividenduitkeringen, blijft in cassatie in stand. Dat de belanghebbende voor de toepassing van het Verdrag met Spanje als inwoner van Spanje heeft te gelden, impliceert niet dat dit ook voor dit geding zo is, aldus de HR (anders het hof). HR: in casu zijn hem terecht aangiftebiljetten voor binnenlandse belastingplichtigen uitgereikt, die hij oningevuld heeft teruggestuurd. Het oordeel van het hof dat niet kan worden gezegd dat niet de vereiste aangifte is gedaan, laat de HR in stand

FED 2013/33

Het oordeel van het hof dat de belanghebbende te kwader trouw is doordat hij ‘voorwaardelijk opzettelijk’ geen aangifte heeft gedaan van de door hem in Nederland genoten dividenduitkeringen, blijft in cassatie in stand. Dat de belanghebbende voor de toepassing van het Verdrag met Spanje als inwoner van Spanje heeft te gelden, impliceert niet dat dit ook voor dit geding zo is, aldus de HR (anders het hof). HR: in casu zijn hem terecht aangiftebiljetten voor binnenlandse belastingplichtigen uitgereikt, die hij oningevuld heeft teruggestuurd. Het oordeel van het hof dat niet kan worden gezegd dat niet de vereiste aangifte is gedaan, laat de HR in stand

Documentgegevens:

HR 21-12-2012, ECLI:NL:HR:2012:BY6905, m.nt. E.B. Pechler

Instantie: Hoge Raad
Datum: 21 december 2012
Magistraten: Overgaauw, Bavinck, Sterk, Van Loon, Fierstra
Zaaknummer: 11/00180
Noot: E.B. Pechler
LJN: BY6905
JCDI: JCDI:ADS273590:1
Vakgebied(en): Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal procesrecht (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
Brondocumenten: Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑12‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BY6905, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑12‑2012
Wetingang: Art. 4, 16 lid 1 en 27e AWR; art. 4 lid 3 letter a Verdrag met Spanje

Essentie

Het oordeel van het hof dat de belanghebbende te kwader trouw is doordat hij ‘voorwaardelijk opzettelijk’ geen aangifte heeft gedaan van de door hem in Nederland genoten dividenduitkeringen, blijft in cassatie in stand. Dat de belanghebbende voor de toepassing van het Verdrag met Spanje als inwoner van Spanje heeft te gelden, impliceert niet dat dit ook voor dit geding zo is, aldus de HR (anders het hof). HR: in casu zijn hem terecht aangiftebiljetten voor binnenlandse belastingplichtigen uitgereikt, die hij oningevuld heeft teruggestuurd. Het oordeel van het hof dat niet kan worden gezegd dat niet de vereiste aangifte is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.