RvdW 2015/6
Vermogensrechtelijke afwikkeling huwelijk o.g.v. niet uitgevoerd verrekenbeding. Waardering onroerende zaken en latente belastingschulden; waarderingsmaatstaf; omstandigheden van het geval. Onjuiste WOZ-waarde in dictum eindbeschikking; art. 31 Rv.
HR 28-11-2014, ECLI:NL:HR:2014:3462
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 november 2014
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, G. Snijders, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
13/04874
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3462, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑11‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1770, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑09‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑12‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑10‑2013
- Wetingang
Art. 1:141 BW; art. 31, 399 Rv
Essentie
Vermogensrechtelijke afwikkeling huwelijk o.g.v. niet uitgevoerd verrekenbeding. Waardering onroerende zaken en latente belastingschulden; waarderingsmaatstaf; omstandigheden van het geval. Onjuiste WOZ-waarde in dictum eindbeschikking; art. 31 Rv.
Het antwoord op de vraag voor welke waarderingsmethode moet worden gekozen, ook indien het gaat om in het kader van een onderneming gebruikte onroerende zaken, hangt af van de omstandigheden van het geval. Daarbij mag de rechter acht slaan op de omstandigheid dat de onderneming wordt voortgezet na de peildatum die is bepaald voor de vermogensrechtelijke afwikkeling van het huwelijk. Voorts mag de rechter bij zijn keuze voor de waarderingsmaatstaf ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.