Einde inhoudsopgave
Schepelingenbesluit
Artikel 71 Verwarming
Geldend
Geldend vanaf 20-08-2013
- Bronpublicatie:
05-07-2012, Stb. 2012, 357 (uitgifte: 27-07-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
20-08-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-07-2013, Stb. 2013, 287 (uitgifte: 12-07-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Alle verblijven moeten zijn aangesloten op een doeltreffende verwarmingsinrichting die buiten de verblijven moet zijn opgesteld en die is aangepast aan de klimatologische omstandigheden. De verwarming dient te geschieden door toevoer van stoom, heet water, warme lucht of elektriciteit. De verwarmingsinrichting en de plaats en wijze van opstelling daarvan dienen te voldoen aan door Onze Minister van Infrastructuur en Milieu te stellen eisen.
2.
Het verwarmingssysteem dient steeds in gebruik te zijn zolang de bemanning aan boord woont of werkt en de omstandigheden dit vereisen.
3.
Radiatoren in verblijven dienen doelmatig te zijn geplaatst en waar nodig afgeschermd.
4.
De verwarmingsinrichting dient een zodanig vermogen te hebben dat onder normale weersomstandigheden die tijdens de reis kunnen worden ondervonden, in alle verblijven steeds een temperatuur van ten minste 20°C kan worden onderhouden.