Einde inhoudsopgave
Schepelingenbesluit
Artikel 68 Plaats en algemene inrichting van de verblijven
Geldend
Geldend vanaf 20-08-2013
- Bronpublicatie:
05-07-2012, Stb. 2012, 357 (uitgifte: 27-07-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
20-08-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-07-2013, Stb. 2013, 287 (uitgifte: 12-07-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Alle verblijven dienen midscheeps of in het achterschip te zijn gelegen. Onze Minister van Infrastructuur en Milieu kan, in byzondere gevallen, indien de grootte, het type of de beoogde vaart van het schip deze ligging onredelijk of onuitvoerbaar maakt, toestaan dat de verblijven in het voorschip achter het aanvaringsschot zijn gelegen.
2.
Voldoende dagverblijven moeten aanwezig zijn, gescheiden van de nachtverblijven en zo dicht mogelijk bij de kombuis gelegen. Indien op schepen met een lengte van minder dan 24 meter een afzonderlijk dagverblijf niet mogelijk is, kan worden volstaan met een gecombineerd dag- en nachtverblijf.
3.
Op schepen met een lengte van 60 meter en meer moeten zowel voor de kapitein en de officieren als voor de scheepsgezellen afzonderlijke dagverblijven aanwezig zijn.