NJB 2023/13
Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. Bijstand van een advocaat. Afstand van recht. Hoge Raad: Afstand van het recht op rechtsbijstand mag in Wvggz-zaken alleen dan worden aangenomen als de betrokkene zijn wil daartoe in vrijheid heeft kunnen bepalen, die wil ondubbelzinnig kan worden vastgesteld, mede gelet op een mogelijke stoornis, en het doen van afstand in verhouding staat tot het belang van het recht dat daarmee wordt prijsgegeven.
HR 09-12-2022, ECLI:NL:HR:2022:1837
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 december 2022
- Magistraten
Mrs. C.H. Sieburgh, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
22/03303
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1837, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑12‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:910, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑10‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑09‑2022
- Wetingang
Essentie
Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. Bijstand van een advocaat. Afstand van recht. Hoge Raad: Afstand van het recht op rechtsbijstand mag in Wvggz-zaken alleen dan worden aangenomen als de betrokkene zijn wil daartoe in vrijheid heeft kunnen bepalen, die wil ondubbelzinnig kan worden vastgesteld, mede gelet op een mogelijke stoornis, en het doen van afstand in verhouding staat tot het belang van het recht dat daarmee wordt prijsgegeven.
Partij(en)
Betrokkene, adv. mr. J.A.J. Leeman, vs. de officier van justitie, niet verschenen.
Uitspraak
Procesverloop
In dit geding heeft de rechtbank een zorgmachtiging verleend.
Hoge Raad
Het cassatiemiddel voert aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.