Einde inhoudsopgave
Algemene wet bestuursrecht
Artikel 4:126 [Nadeelcompensatie]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
31-01-2013, Stb. 2013, 50 (uitgifte: 15-02-2013, kamerstukken: 32621)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-10-2023, Stb. 2023, 336 (uitgifte: 12-10-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
1.
Indien een bestuursorgaan in de rechtmatige uitoefening van zijn publiekrechtelijke bevoegdheid of taak schade veroorzaakt die uitgaat boven het normale maatschappelijke risico en die een benadeelde in vergelijking met anderen onevenredig zwaar treft, kent het bestuursorgaan de benadeelde desgevraagd een vergoeding toe.
2.
Schade blijft in elk geval voor rekening van de aanvrager voor zover:
- a.
hij het risico van het ontstaan van de schade heeft aanvaard;
- b.
hij de schade had kunnen beperken door binnen redelijke grenzen maatregelen te nemen, die tot voorkoming of vermindering van de schade hadden kunnen leiden;
- c.
de schade anderszins het gevolg is van een omstandigheid die aan de aanvrager kan worden toegerekend of
- d.
de vergoeding van de schade anderszins is verzekerd.
3.
Indien een schadeveroorzakende gebeurtenis als bedoeld in het eerste lid tevens voordeel voor de benadeelde heeft opgeleverd, wordt dit bij de vaststelling van de te vergoeden schade in aanmerking genomen.
4.
Het bestuursorgaan kan een vergoeding toekennen in andere vorm dan betaling van een geldsom.