Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1143/2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten
Artikel 13 Actieplannen betreffende de introductieroutes van invasieve uitheemse soorten
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
22-10-2014, PbEU 2014, L 317 (uitgifte: 04-11-2014, regelingnummer: 1143/2014)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-10-2014, PbEU 2014, L 317 (uitgifte: 04-11-2014, regelingnummer: 1143/2014)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Algemeen
1.
De lidstaten voeren binnen 18 maanden nadat de Unielijst is aangenomen een omvattende analyse uit van de introductieroutes van onopzettelijke introductie of verspreiding van tenminste de voor de Unie zorgwekkende, invasieve uitheemse soorten op hun grondgebied, alsook in hun mariene wateren als omschreven in artikel 3, punt 1, van Richtlijn 2008/56/EG, en zij gaan na welke introductieroutes prioritaire maatregelen vereisen (‘prioritaire introductieroutes’) vanwege het aantal van de soorten of de potentiële schade die veroorzaakt wordt door de soorten die via die introductieroutes de Unie binnenkomen.
2.
Binnen drie jaar na de vaststelling van de Unielijst stelt elke lidstaat één enkel actieplan of een reeks actieplannen op en voert deze uit om de overeenkomstig lid 1 als prioritair aangeduide introductieroutes aan te pakken. Die actieplannen omvatten tijdschema's en beschrijven de vast te stellen maatregelen en, in voorkomend geval, vrijwillige acties en codes van goede praktijk, om de prioritaire introductieroutes aan te pakken en de onopzettelijke introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten in of binnen de Unie te voorkomen.
3.
De lidstaten zorgen voor coördinatie met het oog op het opstellen van één enkel actieplan of een reeks actieplannen die overeenkomstig artikel 22, lid 1, op het passende regionale niveau worden gecoördineerd. Bij afwezigheid van dergelijke regionale actieplannen, stellen de lidstaten actieplannen op voor hun grondgebied en voeren zij die uit, waarbij die actieplannen voor zover mogelijk op het passende regionale niveau worden gecoördineerd.
4.
De in lid 2 van dit artikel vermelde actieplannen omvatten met name maatregelen die gebaseerd zijn op een kosten-batenanalyse, teneinde:
- a)
de bewustwording te versterken;
- b)
de contaminatie van goederen, grondstoffen, voertuigen en materiaal met exemplaren van invasieve uitheemse soorten tot een minimum te beperken, onder meer door maatregelen om het vervoer van invasieve uitheemse soorten uit derde landen aan te pakken;
- c)
adequate controles bij de grenzen van de Unie te verzekeren, los van de officiële controles op grond van artikel 15.
5.
De overeenkomstig lid 2 opgestelde actieplannen worden onverwijld aan de Commissie bezorgd. Minstens om de zes jaar evalueren de lidstaten hun actieplannen en bezorgen zij ze aan de Commissie.