RvdW 2019/121
Hennepteelt in woning verdachte en diefstal d.m.v. verbreking van elektriciteit t.b.v. hennepkwekerij. Klacht dat uit bewijsvoering niet kan worden afgeleid dat verdachte zelf uitvoeringshandelingen heeft verricht m.b.t. telen hennep en wegnemen elektriciteit. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 18-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2340
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 december 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
17/02629
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2340, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1398, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑11‑2018
Essentie
Hennepteelt in woning verdachte en diefstal d.m.v. verbreking van elektriciteit t.b.v. hennepkwekerij. Klacht dat uit bewijsvoering niet kan worden afgeleid dat verdachte zelf uitvoeringshandelingen heeft verricht m.b.t. telen hennep en wegnemen elektriciteit. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
18 december 2018
Strafkamer
nr. S 17/02629
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 26 april 2017, nummer 21/003449-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1978.
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.C. Aben:
1. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.