NJB 2017/430:Plaats delict bij het als vervoerder niet de nodige maatregelen nemen ter voorkoming dat een vreemdeling zonder de benodigde reisdocumenten de grens overschrijdt, art. 4 lid 1 VW 2000: de plaats van het delict kan mede daar worden gesitueerd waar het ten laste gelegde gevolg intreedt (in casu op Schiphol, waar het vliegtuig met de vreemdeling aankwam). Overigens maakt art. 4 lid 5 VW 2000 dit niet anders, aangezien die bepaling het vestigen van rechtsmacht betreft en geen betrekking heeft op het bepalen van de plaats van het delict. Zorgplicht art. 4 lid 1 VW 2000: deze zorgplicht impliceert voor de vervoerder een inspanningsverplichting. Voor een veroordeling ter zake van de niet-naleving van die zorgplicht is nalatigheid van de vervoerder vereist. Die nalatigheid mag als aanwezig worden verondersteld wanneer door tussenkomst van een vervoerder een vreemdeling onjuist gedocumenteerd, dat wil zeggen zonder het vereiste visum, Nederland wordt binnengebracht, tenzij bijzondere omstandigheden tot een ander oordeel leiden. AVAS-beroep vanwege het door de verdachte in acht nemen van de maximaal van haar te vergen zorg: dit betreft een bewijsverweer gelet op de inspanningsverplichting in art. 4 lid 1 VW 2000. In casu geen sprake van AVAS nu het onderhavige feit relatief eenvoudig was te ondervangen, nu in het paspoort van de betrokken vreemdeling geen enkel (Schengen)visum was aangebracht, en de Vreemdelingencirculaire 2000 (A) in par. A1/9 onder meer inhoudt dat van een vervoerder mag worden verwacht dat deze ten minste controleert of het aangeboden document voor grensoverschrijding voorzien is van de benodigde visa. A-G: anders