JWB 2016/265
Internationaal privaatrecht, buitenlandse rechterlijke beslissing, erkenning, weigering, openbare orde
HR 08-07-2016, ECLI:NL:HR:2016:1431 (Diageo/Simiramida)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 juli 2016
- Zaaknummer
12/04408
- Roepnaam
Diageo/Simiramida
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Intellectuele-eigendomsrecht (V)
Internationaal privaatrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1431, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑07‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:608, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑04‑2016
ECLI:NL:HR:2013:2062, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑12‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:987, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑10‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑11‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑08‑2012
- Wetingang
Art. 34 sub 1 EEX-Verordening (hierna EEX-Vo), art. 1019h Rv, art. 79 lid 1 onder b RO
Essentie
Internationaal privaatrecht, buitenlandse rechterlijke beslissing, erkenning, weigering, openbare orde
Samenvatting
Casus
Bij zijn arrest van 20 december 2013 (J@ 2014-21) heeft de Hoge Raad een aantal prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie (HvJ) gesteld. Deze vragen hadden betrekking op de uitleg van art. 34 sub 1 EEX-Vo en op art. 14 HandhavingsRL. Het HvJ heeft deze vragen bij zijn arrest van 16 juli 2015 (zaak C-681/13) beantwoord. Het HvJ heeft geoordeeld dat het feit dat een in een lidstaat gegeven beslissing in strijd is met het Unierecht, niet rechtvaardigt dat de erkenning van deze beslissing in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.