Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)
Artikel 262 Moederondernemingen die in een derde land zijn gevestigd: ontbreken van gelijkwaardigheid
Geldend
Geldend vanaf 23-05-2014
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2016.
- Bronpublicatie:
16-04-2014, PbEU 2014, L 153 (uitgifte: 22-05-2014, regelingnummer: 2014/51/EU)
- Inwerkingtreding
23-05-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2014, PbEU 2014, L 153 (uitgifte: 22-05-2014, regelingnummer: 2014/51/EU)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Algemeen
Verzekeringsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien er geen sprake is van het in artikel 260 bedoelde gelijkwaardige toezicht, of indien een lidstaat artikel 261 niet toepast in het geval van tijdelijke gelijkwaardigheid overeenkomstig artikel 260, lid 7, past die lidstaat het volgende toe op verzekerings- en herverzekeringsondernemingen:
- a)
de artikelen 218 tot en met 235 en mutatis mutandis de artikelen 244 tot en met 258;
- b)
een van de in lid 2 genoemde methoden.
De algemene beginselen en methoden vervat in de artikelen 218 tot en met 258 zijn van toepassing op het niveau van de verzekeringsholding, de gemengde financiële holding, de verzekeringsonderneming van het derde land of de herverzekeringsonderneming van het derde land.
Uitsluitend voor de berekening van de groepssolvabiliteit wordt de moederonderneming behandeld alsof het een verzekerings- of herverzekeringsonderneming was die onderworpen is aan dezelfde voorwaarden als die van titel I, hoofdstuk VI, afdeling 3, onderafdelingen 1, 2 en 3, wat het voor het solvabiliteitskapitaalvereiste in aanmerking komend eigen vermogen betreft, en aan:
- a)
een overeenkomstig de beginselen van artikel 226 bepaald solvabiliteitskapitaalvereiste als het een verzekeringsholding of gemengde financiële holding is;
- b)
een overeenkomstig de beginselen van artikel 227 bepaald solvabiliteitskapitaalvereiste als het een verzekeringsonderneming van een derde land of een herverzekeringsonderneming van een derde land is.
2.
De lidstaten staan hun toezichthoudende autoriteiten toe andere methoden toe te passen die een passend toezicht op de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen in een groep waarborgen. Die methoden moeten worden goedgekeurd door de de groepstoezichthouder, na overleg met de andere betrokken toezichthoudende autoriteiten.
De toezichthoudende autoriteiten kunnen meer bepaald verlangen dat een verzekeringsholding met hoofdkantoor in de Unie of een gemengde financiële holding met hoofdkantoor in de Unie wordt opgericht, en op de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen in de groep aan het hoofd waarvan deze verzekeringsholding of gemengde financiële holding staat, deze titel toepassen.
De gekozen methoden bieden de mogelijkheid de doeleinden van het groepstoezicht als omschreven in deze titel te verwezenlijken en worden aan de andere betrokken toezichthoudende autoriteiten en de Commissie medegedeeld.