NJ 1930, p. 473
Vervolg van H. R. 24 Juni 1929, N. J. 1929, 1609. Rooilijnverordening van Amsterdam. Zaak wederom naar Rechtb. teruggewezen.
HR 17-02-1930, ECLI:NL:HR:1930:59, m.nt. Prof. E.M. Meijers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 februari 1930
- Magistraten
Mrs. Jhr. de Savornin Lohman, Savelberg, Jhr. Feith, Taverne, Kranenburg
- Zaaknummer
[171930/NJ_1930,_p._473]
- Conclusie
Conclusie van den Adv.-Gen. Berger.
- Noot
Prof. E.M. Meijers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS152124:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1930:59, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑02‑1930
- Wetingang
(OW art. 40.)
Essentie
Vervolg van H. R. 24 Juni 1929, N. J. 1929, 1609. Rooilijnverordening van Amsterdam. Zaak wederom naar Rechtb. teruggewezen.
Samenvatting
De stelling der Rechtb. dat alleen dan met een toekomstige gebeurtenis is rekening te houden, wanneer het stellig te verwachten intreden daarvan op de huidige waarde van het goed van invloed is te achten, is onjuist. De Rechtb. heeft wel overwogen dat den onteigende onrecht zou worden aangedaan door rekening te houden met de Rooilijnverordening als ware zij onaantastbaar, doch dit rechtvaardigt niet hare beslissing om die verordening als waardefactor geheel uit te schakelen, tenzij vastgesteld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.