NJ 1929, p. 1609
Onteigening. Rooilijnverordening. Invloed bij de vaststelling der schadeloosstelling.
HR 24-06-1929, ECLI:NL:HR:1929:142
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 juni 1929
- Magistraten
Mrs. Jhr. de Savornin Lohman, Jhr. Feith, Taverne, van Dijck, Kranenburg.
- Zaaknummer
[24061929/NJ_1929,_p._1609]
- Conclusie
Mr. Tak
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS102182:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1929:142, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑06‑1929
- Wetingang
(BW art. 625; OW art. 40.)
Essentie
Onteigening. Rooilijnverordening. Invloed bij de vaststelling der schadeloosstelling.
Samenvatting
[Beslissing gelijk aan die van H. R. 4 Maart 1929 N. J. 1929, 653. De feitelijke positie was hier in zooverre anders, dat hier het geheele perceel buiten de rooilijn viel. In dit arrest wordt dan ook niet gesproken van de waarschijnlijkheid, maar van de omstandigheid dat op den grond niet gebouwd of herbouwd kan worden, Red.]
Partij(en)
De Burgemeester van Amsterdam, als zoodanig deze gemeente in rechten vertegenwoordigende en voor haar ten fine van onteigening optredende, wonende te Amsterdam, eischer tot cassatie van een vonnis door de Arr.-Rechtbank ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.