V-N Vandaag 2019/2028
Geen proceskostenvergoeding bij vertegenwoordiging door een werknemer-advocaat
HR 13-09-2019, ECLI:NL:HR:2019:1319
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 september 2019
- Magistraten
Koopman, Punt, Van Loon, Van Hilten, Faase
- Zaaknummer
18/03131
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Proceskostenvergoeding
Fiscaal bestuursrecht / Bijstand en vertegenwoordiging
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑09‑2019
ECLI:NL:HR:2019:1319, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑09‑2019
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad wijst op de hoofdregel dat een werknemer niet kan worden aangemerkt als een derde in de zin van het Besluit proceskostenvergoeding bestuursrecht (Bpb)
Samenvatting
X, advocaat, laat zich in een beroepsprocedure vertegenwoordigen door een advocaat die bij X in loondienst is. X doet daarbij een beroep op de vergoeding van proceskosten voor door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Het gerechtshof geeft X gelijk in die zaak, maar kent geen proceskostenvergoeding toe.
De Hoge Raad herhaalt de hoofdregel dat een werknemer niet kan worden aangemerkt als een derde in de zin van art. 1 aanhef ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.