RvdW 2009, 1408
Bijzondere zorgplicht bank bij optiehandel cliënten; zorgplicht m.b.t. naleving marginverplichting; art. 28 leden 2-4 Nadere regeling toezicht effectenverkeer 1999; schadevergoeding; causaal verband; relativiteitsvereiste; strekking zorgplicht.
HR 04-12-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ7320 (Nabbe/Staalbankiers)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 december 2009
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, E.J. Numann, J.C. van Oven, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
08/02377
- LJN
BJ7320
- Roepnaam
Nabbe/Staalbankiers
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2009:BJ7320, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑12‑2009
ECLI:NL:HR:2009:BJ7320, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑12‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑05‑2008
- Wetingang
Nadere regeling toezicht effectenverkeer 1999 art. 28
Essentie
Bijzondere zorgplicht bank bij optiehandel cliënten; zorgplicht m.b.t. naleving marginverplichting; art. 28 leden 2-4 Nadere regeling toezicht effectenverkeer 1999; schadevergoeding; causaal verband; relativiteitsvereiste; strekking zorgplicht.
De in art. 28 leden 2-4 Nadere regeling toezicht effectenverkeer 1999 besloten normen strekken wel tot bescherming van de cliënt tegen relatief te grote financiële risico's, maar niet tot bescherming van de cliënt tegen alle schade die het onmiddellijke en dadelijke gevolg is van de overtreding van de daarin besloten normen en daarmee niet tot een zo selectieve bescherming tegen elk (koers)verlies dat de belegger op een transactie lijdt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.