RAV 2010/101
Verjaring. Impliceert het vereiste van daadwerkelijke bekendheid met ‘de schade’ óók bekendheid met specifieke schadeposten die op dat moment nog niet zijn ontstaan?
HR 10-09-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM7041 (Scheele/BVLJ)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 september 2010
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A. Hammerstein, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
08/04220
- Conclusie
plv. P-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BM7041
- Roepnaam
Scheele/BVLJ
- JCDI
JCDI:ADS875062:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM7041, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑09‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BM7041, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 04‑06‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑09‑2008
- Wetingang
BW art. 3:310, 7:658
Essentie
Verjaring. Werkgeversaansprakelijkheid.
Impliceert het vereiste van daadwerkelijke bekendheid met ‘de schade’ óók bekendheid met specifieke schadeposten die op dat moment nog niet zijn ontstaan?
Samenvatting
Een werknemer werkzaam bij de afdeling financiële administratie ondervindt sinds 1992 RSI-achtige klachten. Hij ondergaat diverse behandelingen en ook de werkgever neemt de nodige maatregelen. Op 7 februari 2000 valt de werknemer uit in verband met rechterarmklachten, waarna een re-integratietraject wordt gestart. Per 7 februari 2001 gaat hij aan de slag in een aangepaste functie, maar hij valt op 15 maart 2001 ook voor deze werkzaamheden uit. Tijdens het eerste ziektejaar is het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.