RN 2020/66
Bedrijfsopvolging. Schenkbelasting. Bezitseis. Moet de bezitseis per objectieve onderneming worden toegepast?
HR 29-05-2020, ECLI:NL:HR:2020:990
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 mei 2020
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, P.M.F. van Loon, J. Wortel, A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, P.A.G.M. Cools
- Zaaknummer
19/00189
- Conclusie
A-G mr. R.L.H. IJzerman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS224596:1
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Schenkbelasting
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑05‑2020
ECLI:NL:HR:2020:990, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:825, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑08‑2019
- Wetingang
Essentie
Bedrijfsopvolging. Schenkbelasting. Bezitseis.
Moet de bezitseis per objectieve onderneming worden toegepast?
Samenvatting
Belanghebbende heeft op 15 januari 2014 een schenking gekregen van zijn ouders, bestaande uit alle aandelen in Beheer BV. Beheer BV hield ten tijde van de schenking alle aandelen in E BV. Zij heeft deze aandelen op 24 november 2009 gekocht van vader die die BV in 2007 had opgericht. Voorts hield Beheer BV ten tijde van de schenking alle aandelen in H BV, welke vennootschap in 2010 50% hield van de aandelen in F BV. H BV heeft die aandelen in 2010 verworven. Zowel E BV ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.