NJB 2015/1427:Cassatieklachten over afwijzing verdedigingsverzoek tot aanhouding van de behandeling van de zaak, over het niet ingrijpen door het hof vanwege een ‘manifest failure’ aan de zijde van de raadsvrouwe en het recht op effectieve rechtsbijstand in de zin van art. 6 lid 1 en lid 3 onder c EVRM en over het door hof in het midden laten of in hoger beroep sprake was van een procedure op tegenspraak dan wel bij verstek: de Hoge Raad oordeelt het belang van de verdachte bij zijn cassatieberoep niet evident gelet op de bijzonderheden in deze zaak (i.h.b.: raadsvrouw die door vergissing niet aanwezig is op de zitting maar wel pleitnota stuurt die ook wordt gebruikt). Hoge Raad past art. 80a RO toe omdat de schriftuur niet de in zo’n geval vereiste toelichting omtrent het belang bij het ingestelde cassatieberoep bevat en het rechtens te respecteren belang bij vernietiging van de bestreden uitspraak en een nieuwe behandeling bij het hof. A-G: anders