Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 met overgangsregels voor enkele bepalingen van het douanewetboek van de Unie voor de gevallen waarin de relevante elektronische systemen nog niet operationeel zijn
Artikel 42 Gebruik van de regeling Uniedouanevervoer
Geldend
Geldend vanaf 04-04-2016
- Bronpublicatie:
17-12-2015, PbEU 2016, L 69 (uitgifte: 15-03-2016, regelingnummer: 2016/341)
- Inwerkingtreding
04-04-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2015, PbEU 2016, L 69 (uitgifte: 15-03-2016, regelingnummer: 2016/341)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
1.
Wanneer de regeling Uniedouanevervoer van toepassing is, staan artikel 25 en de artikelen 29 tot en met 45 niet in de weg aan het gebruik van de regeling die is vastgesteld in de artikelen 188, 189 en 190 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 en de artikelen 291 tot en met 312 en bijlage 72-04, punt 19, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447; artikel 33, lid 4, en artikel 41 van deze verordening zijn niettemin van toepassing.
2.
In de in lid 1 bedoelde gevallen wordt bij de opstelling van de CIM-vrachtbrief in het voor de vermelding van de bijlagen bestemde vak op duidelijke wijze verwezen naar het MRN van de aangifte voor douanevervoer.
3.
Bovendien moet blad 2 van de CIM-vrachtbrief worden gewaarmerkt door de spoorwegonderneming die bevoegd is voor het laatste bij het Uniedouanevervoer betrokken spoorwegstation. Deze onderneming waarmerkt het document nadat zij zich ervan heeft vergewist dat de goederen worden vervoerd onder dekking van de aangifte voor Uniedouanevervoer.