JWB 2002/38
Wanprestatie, koop onroerend goed, gerechtelijke erkentenis, dwaling
HR 01-02-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AD5355
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 februari 2002
- Zaaknummer
C00/158HR
- LJN
AD5355
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AD5355, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑02‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AD5355, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑02‑2002
- Wetingang
Art. 6:74 BW; art. 181 lid 2 Rv
Essentie
Wanprestatie, koop onroerend goed, gerechtelijke erkentenis, dwaling
Samenvatting
Casus
Op 26 april 1996 heeft verweerder in cassatie een pand gekocht. De transportakte noemt B+R Holding en eiser tot cassatie samen als verkoper. B+R Holding was de zogenaamde economische eigenaar en eiser de juridische eigenaar. Tijdens de onderhandelingen voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomst komt de staat van het pand aan de orde. Op de voor- en zijgevel van het pand bevinden zich scheuren. In augustus 1996 wordt in het rapport Bresser onder meer geconcludeerd dat aan de fundering een beperkte levensduur kan worden toegekend van 10 tot 15 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.